Erfgoedforum Brugge
Erfgoedforum Brugge
ERFGOEDFORUM
BRUGGE VZW
Menu Start VZW Navigatie Contact Lidmaatschap Suggesties Links
U bevindt zich hier: Start / Overige / Congregaties

Congregaties en Patronaten

In het begin van de 19de eeuw trok de industrialisatie heel wat mensen van het platte land naar de stad op zoek naar werk. De toevloed was zo hoog dat er hoge werkloosheid ontstond. Ook ziektes en mislukte oogsten droegen daartoe bij. Het gevolg was een grote armoede. Rond 1850 waren er ongeveer 21.000 behoeftigen op een totale Brugse bevolking van 48.000 zielen. Er trad een verruwing van de zeden op, samen met een stijging van het alcoholmisbruik. Alhoewel het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden onder Willem I een vernieuwend beleid wilde voeren streek zijn aanpak de franstaligen en katholieken tegen de haren.

Op het einde van de 18de eeuw en in de 19de eeuw ontstonden als reactie heel wat groeperingen van religieuzen en leken die de jeugd, vooral van de armere bevolking, van de straat wilden houden. Dat door onderwijs, caritatieve instellingen en een zinvolle vrijetijdsbesteding aan te bieden onder auspiciƫn van de Katholieke Kerk.

Het hoeft geen betoog dat de religieuze opvoeding en het onderricht daarbij een grote rol speelde. In die sfeer ontstonden de congregaties. Het zijn verenigingen die liefdadige doelstellingen combineren met godsvruchtige activiteiten. Er waren congregaties die gratis onderwijs aanboden, andere verzorgden zieken en hielpen armen, nog andere legden de nadruk op de christelijke plichten en onderricht. Ook kloosterordes richtten verschillende congregaties op. Lag de nadruk bij parochiale congregaties meer op de vrijetijdsinvulling dan werden ze patronaten genoemd.

Die congregaties legden zich aanvankelijk vooral toe op armen- en ziekenzorg maar hoe langer hoe meer ook op bewaarscholen en lager onderwijs. In plaats van het bestaande dure, private, versnipperde en vaak ook ondermaatse onderwijs wilden deze congregaties een meer georganiseerd, kosteloos en vooral meer onderlegd onderwijs geven. In tegenstelling tot de ook opkomende overheidsinstellingen werd vooral het godsdienstonderricht en de religieuze beleving verzorgd.

Congregaties ingericht door de Sint-Vincentiusgenootschappen waren internationaal georganiseerd. In onze streken werden ze meestal ingericht door de parochiale geestelijkheid of in het kader van kloosters.

Congregatie De wezenschool Sint-Vincentius a Paolo op de Wijngaardplaats. Let op de zusters met de typische kap.

Er waren ook patronaten en kleinere congregaties die op zondag behalve de religieuze activiteiten (o.a. de zondagsplicht) ook gewoon godsdientonderricht gaven. Deze werden ook zondagsscholen genoemd. In de literatuur omtrent dit onderwerp worden de begrippen patronaten, congregaties en zondagsscholen wel eens door elkaar gehaspeld.

De congregaties waren opgesplitst tussen jongens en meisjes enerzijds en anderzijds tussen kinderen (ongeveer van de eerste communie tot ongeveer 15 jaar) en de oudere jeugd (vanaf ongeveer 15 jaar) ook jongelingen en jonge dochters genoemd.

Voor volwassen mannen had je ook nog broederschappen, terwijl volwassen vrouwen bleven behoren tot de congregaties tot hun huwelijk maar soms ook langer. Zo kon je verschillende jubilarissen hebben in een meisjescongregatie. Een broederschap die bekend is in de Meersenbuurt is de broederschap van de H. Macharius, een pestheilige.

Deze groeperingen werden soms opgericht door religieuze orden maar veelal door de parochiegeestelijken. Patronaten werden bijna uitsluitend door de parochies ingericht en meestal met de onderpastoor als bestuurder. De parochie zorgde voor de lokalen en de gebouwen. Bij congregaties door de parochie ingericht had je altijd een parochiegeestelijke als bestuurder en daarnaast een prefect(e) die de congregatie leidde. Die prefect(e) werd bijgestaan door een raad van bestuur, maar de geestelijke bestuurder had het laatste woord.

Congregaties hadden dikwijls een speciale devotie en werden naar die devotie genoemd. Bijv. de congregatie van het Heilig Hart van Christus. Maar vooral de devotie van de Heilige maagd Maria was in voege, mede bepaald door de dogmaverklaring van de Onbevlekte Ontvangenis van O.L.V. in 1853. Later werden de meisjescongregaties kortweg ook Mariacongregaties genoemd. Andere heiligen waren ook populair zoals Sint-Vincentius en de Heilige Germana.

Na de tweede wereldoorlog ging de congregatie- en patronaatwerking achteruit.

Congregaties

U bevindt zich hier: Start / Overige / Congregaties