Erfgoedforum Brugge
Erfgoedforum Brugge
ERFGOEDFORUM
BRUGGE VZW
Menu Start VZW Navigatie Contact Lidmaatschap Suggesties Links
U bevindt zich hier: Start / Erfgoedbeschrijving / Beleidsplan Ruimte Brugge 1

Ons bezwaar over het Beleidsplan Ruimte Brugge of BRB

Het stadsbestuur heeft werk gemaakt van een Beleidsplan Ruimte Brugge of BRB. Dit wordt het toekomstplan voor de ruimte in onze stad. Het is de bedoeling dat dit de leidraad wordt voor keuzes in de manier waarop de ruimte in Brugge verder geordend, ingericht en gebruikt gaat worden. Op 27 maart 2023 stelde de Gemeenteraad het ontwerp-BRB voorlopig vast.

Dit Beleidsplan kunt u terug vinden op de webstek van de Stad. Klik op de volgende link : Het Beleidsplan Ruimte Brugge.

Op 20 juli 2023 heeft het Erfgoedforum Brugge een officieel bezwaar ingediend over dit beleidsplan. U vindt de tekst daarvan hier integraal terug.

---

Geachte heer Burgemeester en Leden van het College,

Hierbij geven we onze bezwaren in verband met het openbaar onderzoek Beleidsplan Ruimte Brugge. Onze bewaren zijn hoofdzakelijk afgestemd op het erfgoed.

Begrippen

Open ruimte in brede zin wordt gedefinieerd als niet-bebouwde ruimte in de strategische visie. Maar tot de open ruimte in de brede zin behoort ook de ruimtes die niet bebouwd zijn (geen gebouwen) maar wel een bodemverharding (eventueel waterdoorlatend) hebben: bijv. parkings, pleinen, koeren, speelplaatsen enz. Dergelijke open ruimte behoort in dit beleidsplan niet tot de open ruimte in planologische zin d.i. met zachte bestemming. Dit betekent o.a. dat het bouwen op een dergelijke ruimte niet zou beschouwd worden als een vermindering van de open ruimte in brede zin. Het is immers geen open ruimte met zachte bestemming of een groenblauwe ruimte binnen een harde bestemming. Die onbebouwde percelen met een harde bodem kunnen kleinschalig zijn of grootschalig. Dergelijke percelen zouden een aparte tussencategorie moeten vormen.

Het zou niet mogen zijn dat dergelijke open ruimtes met verharde bodem een aanleiding zouden vormen om ze toch (gedeeltelijk) op te vullen met gebouwen omdat de bodem toch al verhard is in plaats van omgekeerd ze met prioriteit vrij te maken voor nieuwe open ruimte met zachte bestemming. Onder de titel "respect voor open ruimte in al haar vormen en gebruiken, vergroening" wordt daar naar gehint voor het creëren van nieuwe open ruimte, maar het wordt niet expliciet uitgewerkt om open ruimtes met harde bodem met prioriteit een zacht bestemming te geven.

Dat brengt ons ook tot de bedenking dat ruimte 3 dimensies heeft. De dichtheid, de hoogte en het volume van gebouwen spelen ook een rol in de verstening van de stedelijke omgevingen, zeker als men tevens de hoogte ingaat. Bijvoorbeeld een perceel met eenlaagse garages of eenlaagse ateliers vervangen door hogere bebouwing heeft een totaal ander belevingswaarde van open ruimte. In die zin kan verwezen worden naar de visienota "Hoger Brugge", voor zover er rekening gehouden wordt met onze opmerkingen daaromtrent.

Beleidsplan 1

Als men de hoogte ingaat zal men er ook moeten voor zorgen dat er voldoende open ruimte met zachte bestemming tussen de gebouwen gecreëerd wordt in verhouding met de hogere gebouwen. Hoe hoger men gaat hoe meer tussenruimte en doorkijk nodig is. Op canyon lijkende straten en buurten en accumulaties van volumineuze of/en hoge gebouwen worden best vermeden. De 3-dimensionale beleving van de open ruimte vooral in stedelijke of bebouwde context is ook van belang naast of binnen harde of zachte bestemmingszones. Onder de titel "hand in hand met kwalitatieve groei, woonomgevingen" wordt daar naar verwezen zonder verder daar op in te gaan.

Het begrip Kernstad is hier bedoeld als de Brugse binnenstad, de stationsomgeving en het kaaidistrict, de westzijde van de stad tussen Vesten en Expresweg, Om verwarring met andere stadsdocumenten te vermijden waar kernstad de historische binnenstad bedoelt is het aangewezen een andere benaming te gebruiken.

De tekstinhoud van het beleid

In het algemeen kan gesteld worden dat dit beleidsontwerp vele goede intenties bevat die een beleidskader schetsen: de vraag zal zijn hoe dat beleidskader concreet ingevuld wordt wanneer tot de vermelde acties wordt overgegaan. Zal de bevolking telkens in de verschillende fases geraadpleegd worden?

Onder de titel "voortbordurend aan een veelzijdig erfgoedverhaal: Wat we vandaag bouwen zal het erfgoed zijn van de toekomst".
De voorwaarden zijn daarvoor inderdaad kwaliteitsvolle en duurzame en toekomstbestendige panden, straten en pleinen: daar wringt het schoentje. Vele nieuwe gebouwen voldoen niet aan die voorwaarden gezien o.a. de slopingen van relatief recente gebouwen, niet aangepaste gebouwen, het bouwen in de binnenstad van huizen zonder de bedoeling erfgoedwaarde (zouden categorie 5 en 6 krijgen), zielloze gebouwen,.... Het veelzijdig erfgoedverhaal mag niet betekenen dat waardevolle erfgoedpanden gesloopt worden. Er kunnen geen bestaande gebouwen in de binnenstad gesloopt worden als ze niet vervangen worden door vergunde waardevollere gebouwen (die verordening die geldt voor de binnenstad kan het best uitgebreid worden naar het ganse grondgebied van Brugge).

Herbestemmen en renoveren van een pand kan indien dat zonder verlies aan erfgoedwaarde en van de ziel van het pand gebeurt. Die regels zouden moeten gelden voor het ganse grondgebied van Brugge. Ze zijn algemeen geldend als men inderdaad streeft naar het vandaag bouwen of renoveren naar het erfgoed van de toekomst voor het ganse Brugse grondgebied.

Hierbij wil ik toch beklemtonen dat Brugge vergelijken met een postkaart van een of ander bevroren toestand, vergelijken met een Bokrijk of beweren dat Brugge onder een stolp zit,... flagrant onjuiste beweringen zijn, die niet telkens herhaald dienen te worden. Brugge is altijd al open geweest voor vernieuwingen. We kunnen een themawandeling organiseren in Brugge over de gebouwen van bijv. de laatste 30 jaar: we zouden meerdere dagen nodig hebben. Brugge is trouwens niet alleen de binnenstad. Zoals dit beleid terecht opmerkt: Brugge is een dynamische stad maar met respect voor maximale behoud van haar waardevolle erfgoed en dat is inclusief de ganse stad.

De "openruimtemal" is prima, maar een planologische ruil kan problematisch zijn. Als een dergelijke ruil beoogd wordt moet dat wel na een openbaar onderzoek komen. Dat doet ons ook denken aan de RUP stadslandschap waar voorzien is dat wijzigingen in de erfgoedcategorieën alleen kan gebeuren na openbaar onderzoek: dit gebeurt niet in de realiteit. Er zijn in de weegschaal van de "openruimtemal" aan de kant van ruimtes met harde bestemmingen ook zones in gerekend die nog niet bebouwd zijn of waar de plannen nog hangende zijn maar planologisch actueel wel voor bebouwing bestemd zijn. Dat is een controversieel standpunt dat de mal onbetrouwbaar maakt. Is het niet beter dergelijke ruimtes voorlopig buiten de mal te houden? De mal laat ook ook planologische ruil toe waarbij ruimtes met een zachte bestemming omgezet worden naar ruimtes met een harde bestemming en omgekeerd. Dat kan ook problematisch zijn want de ligging en het karakter van de te ruilen stukken kunnen totaal verschillend zijn. Bijvoorbeeld: een stuk tuin of park in de binnenstad in ruilen om er een volumineus appartementsgebouw te kunnen bouwen? Dergelijke ruilen mogen niet gebeuren.

Actie 1.6

Wat is de definitie van "elk plan initiatief en elk overleg" in deze actie? Geldt dit ook voor bouwaanvragen en stedenbouwkundige attesten (principiële beslissingen)?

Actie 1.18

We noteren dat ontharding het uitgangspunt wordt bij het motiveren van de bijdrage van elke vergunningsaanvraag.

Actie 1.20

Zijn de (grote) privétuinen (groene snippers) begrepen in de "openruimtemal"? Waarom het openstellen van grote tuinen (wellicht onder voorwaarden?) beperken tot alleen maar erfgoedsites?

Actie 2.18

Voor gebouwen met erfgoedwaarde speelt niet alleen de mogelijke herbestemmingen maar ook het onderhoud en handhaving van de bestaande erfgoedgebouwen een grote rol om de beeldwaarde en "geest" te behouden . Het is goed om te benadrukken dat de "geest" van het erfgoed gerespecteerd moet worden. Dit geldt ook voor de symbolische waarde. Erfgoed is niet alleen een hoop stenen maar ook geschiedenis van mensen die er geleefd hebben en hun bijdrage, de geschiedenis van de rol van het gebouw in de gemeenschap, de authenticiteit van de architectuur en het straatbeeld.

Doelstelling 1 Woonomgeving, kwaliteit

We noteren dat het vermeerderen van het aantal woningen op zichzelf genomen in Brugge niet nodig is. Brugge heeft voldoende woningen om de groei aan huishoudens op te vangen voor de komende jaren. Dus is er geen noodzaak om o.a. volumineuzer en hoger te bouwen. Om kwalitatieve woningen te bekomen kunnen bestaande woningen in principe voldoen maar ze moeten ze eventueel aangepast worden (isoleren, kleiner, splitsen, herbestemmen,...)

Kernstad

Zie onze opmerking onder de rubriek Begrippen voor de definitie van Kernstad.
Binnenstad: we noteren dat in de binnenstad individuele oplossingen om over te schakelen naar een fossiel vrije energiemodel zoals zonnepanelen moeilijk en zelfs onmogelijk zijn omwille van de erfgoedcontext. Plaatsen van zonnepanelen moet kunnen behalve als het storend is voor het erfgoed. Dat is meestal als de plaatsing niet voldoet aan de outstanding universal value (vanop welke dakvlak dan ook). Beter is te opteren voor warmtenetten of andere collectieve energiebronnen of zonnepanelen op grote daken van grote gebouwen die niet zichtbaar zijn (fabrieken, kantoren, banken, scholen,...)

Actie 3.15

Er wordt een afwegingskader gemaakt voor functiewijzigingen en herinvullingen van erfgoed. Daarin wordt bijzondere aandacht besteed aan de mogelijkheid om het historisch erfgoed in het historisch centrum op te splitsen voor meerdere wooneenheden of voor alternatieve woonvormen. Waarom dat afwegingskader beperken tot erfgoed alleen? Dat kan toch ook gelden voor niet-erfgoedpanden. In bepaalde gevallen zien we het omgekeerde gebeuren om de beperkingen hotelstop of B&B te omzeilen worden wooneenheden samengevoegd. Dit is ook tegengesteld aan de diversiteit. Wat wordt in dit geval bedoeld met circulair bouwen?

Actie 3.30 zie Actie 3.15

Hergebruik van materialen. Bij sloop of verbouwingen kunnen heel wat elementen hergebruikt worden. Het is soms jammer om te zien hoeveel nog bruikbare of waardevolle elementen de container worden ingekieperd. Dat is niet alleen zo bij verouderde gebouwen en erfgoedgebouwen. Daar moet niet gewacht worden op ellenlange procedures. Dit kan nu al als voorwaarde in de vergunningen als voorwaarde gesteld worden. Daar is wel stapelruimte voor nodig en een soort markt voor de aankoop en verkoop van te hergebruiken elementen. Dat bestaat al ten dele: denk maar aan recup bakstenen en pannen. Dergelijke werkwijze moet niet beperkt blijven tot transformatieplekken maar kan overal gelden. Er zijn zelfs studies die aantonen dat in bepaalde gevallen renovatie ecologischer is dan nieuwbouw.

Doelstelling 2 Houding

Bij transformatieplekken gaat de stad zich opstellen als ruimtelijk procesregisseur. We noteren: "Zo krijgt "participatie" op de transformatieplekken niet de betekenis van georganiseerde inspraak op al uitgewerkte plannen, maar van een permanente bijdrage aan de vormgeving van projecten, van conceptie tot realisatie". Een dergelijke participatie zou niet alleen moeten gelden voor de transformatieplekken maar voor alle projecten van enige omvang.

Actie 5.5

De stad maakt relevante inzichten over de regie van de transformatieplekken publiek en overweegt of aanpassingen in dit beleidskader nodig zijn. Dit zou ook moeten gebeuren voor alle projecten van enige omvang.

Actie 5.6

Stadsatelier en Lokale stakeholders. In de realiteit bestaat voor de vergunningsaanvragen een dergelijke werking, zij het niet zo formeel geformuleerd. Als erfgoedvereniging merken we op dat we voor projecten waarbij erfgoed is betrokken we ook als "stakeholder" zullen worden ingeschakeld.

Algemeen

Levend en divers erfgoed.
"Brugge zal ook in de toekomst zijn ruimte verder ontwikkelen met respect voor het onroerend erfgoed en zijn karakteristieke landschap die sterk bijdragen aan de stedelijke identiteit. Daarmee krijgt het strategische doelstellingenpalet van het gewest Vlaanderen via de kernkwaliteit en waardering van erfgoed en karakteristieken van het landschap een sterke verankering in Brugge."
Dit is een een gewaardeerde intentie. We vertrouwen erop dat de stad Brugge dit ook in de praktijk zal toepassen.

Namens de vzw Erfgoedforum Brugge

Beleidsplan 1

U bevindt zich hier: Start / Erfgoedbeschrijving / Beleidsplan Ruimte Brugge 1