de Elisabethverpleegsterschool, Walplaats 38,
de bouwgeschiedenis vanaf 1905.

De rubriek: "de bouwgeschiedenis voor 1905" zijn we geeindigd met de neogotische nieuwbouw van nr 39 en het herstel van de gevel van nr 38 door Jules Dobbelaere . Lang heeft Juels Dobbellaere niet kunnen genieten van zijn nieuwe woning want in 1916 stierf hij. Nu bleef alleen zijn zus Elisa over om het glazeniersbedrijf met 10 personeelsleden te leiden. Al haar zussen waren in het klooster gegaan of waren als missiezusters werkzaam in het buitenland.

Mgr Callewaert, voorzitter van het Bisschoppelijk Seminarie was samen met EH Maertens, pastoor van de Potterie, al enkele jaren vriend aan huis van de Dobbelaere' s. Toen het Groot-Seminarie in 1916 opgeeist werd door de Duitsers voor de inkwartiering van hun soldaten, werden de bewoners van het Seminarie verspreid over de stad. Mgr Callewaert zocht zijn toevlucht in het huis Dobelaere, waar Elisa op dat ogenblik oud en alleen was achtergebleven in het grote huis . Mgr Callewaert had nu onderdak voor de duur van de oorlog en Elisa had een vaderlijke raadgever om haar bij te staan bij het besturen van het bedrijf.

Na de oorlog was er enorme vraag naar brandgeschilderde glazen vensters op basis van de ontwerpen van Henri en Jules Dobbelaere voor de heropbouw van kerken. Op de duur werd de taak toch te veel voor Elisa en een verre neef Justin Peene was bereid de zaak met het personeel over te nemen. Justin Peene bracht de zaak over naar de Naaldenstraat, naast Boterhuispoort.

Elisa Dobbelaere stierf in 1922. Bij testament schonken Ellisa en haar zussen de eigendommen van de Dobbelaeres op het Walplein aan het Bisdom. Mgr Callewaert werd aangesteld als testament-uitvoerder. Op dat ogenblik was dr Raphael Rubbrecht op zoek naar een locatie voor zijn verpleegsterschool die hij in 1919 had opgericht. Om wille van een meningsverschil tussen de provincie met de C.O.O. kon de school niet meer als provinciale instelling ingericht worden en ook niet meer in het Sint-Janshospitaal ondergebracht worden. Daarom werd de school ingericht als privaatschool : de vzw H. Elisabethschool onder leiding van dr Rubbrecht.
Mgr Callewaert werd ook beheerder van de vzw, die ook de goedkeuring had van het Bisdom. (klik hier voor meeer informatie onder de rubriek : geschiedenis van de verpleegsterschool Elisabeth en Sint-Jan)

Mgr Callewaert zorgde er voor dat dr Rubbrecht met zijn vzw de gebouwen van de familie Dobbelaere op het Walplein nr 38 kon huren. De locatie bleek een zeer goede keuze: in een stille omgeving dicht bij het Sint-Janshospitaal en met een een religieuze sfeer o.a.omwille van de brandglasramen met religieuze verhalen en voorlopig met voldoende ruimte. De verpleegsterschool op de Walplaats was als een grote familie in een warme thuis. De verpleegsters zijn van dit tehuis gaan houden en met de idealistisch, vlaamsvoelende idealisme van dr Rubbrecht heeft deze school op generaties verpleegsterd een onuitwisbare stempel gedrukt.

In 1923 werd de school dus degelijk ingericht in het huis Walplaats nr 38. In de daaropvolgende jaren werd het huis door regelmatige afbetalingen eigendom van de vzw.

De lokalen werden natuurlijk aangepast aan de noden van de school:

zo werd een kapel ingericht.

De school had haar eigen keuken aangepast aan de behoeften van de bewoners

De eetzaal

Diezelfde eetzaal van uit een andere hoek

Een school zonder klaslokaal zou natuurlijk niet kunnen. Het was in dit lokaal dat Jules Dobbelaere zijn artiestenzaal had.

Bemerk ook de schouw links op de foto die bewaard werd zoals de familie de Matanca die inrichtte .

De boog moet niet altijd gespannen staan. Er werd ook toneel gespeeld. Die foto's laten ons ook toe iets van de westgevel met de loggia te zien

 

Hieronder links een foto van een verpleegster op het balkon boven de erker op de binnenkoer. Van hieruit heb je een prachtig zicht op OLV toren en dezijkant van het Sint-Janshospitaal. Nu is die balkon opgebouwd om een bijkomende kamer te maken ten behoeve van het latere hotel.

   

Er waren in de periode 1923-1930 ongeveer 10 à 15 leerlingen per jaar, in 1930 ongeveer 30 .

In 1927 kwam dr Rubbrecht overeen met de EH Van Tieghem, die het huis nr 39 bewoonde, om een aanpassing van de scheidinsmuur te maken achteraan naar de Reie toe. Die scheiding bestaat nu nog steeds.

Wegens de blijvende groei van het aantal leerlingen vroeg vroeg dr Rubbrecht in 1932 de vergunning om het klaslokaal te vergroten door de tussenmuur te slopen. Daarbij werd ook de glaspartij aan de Westgevel aangepast.

Enkele verdere aanpassingen van het gebouw waren blijkbaar toch nodig . In 1935 kreeg arch. Jos Priem een keuken,sanitaire installaties bergplaatsen en andere verbouwings te ontwerpen. Die plannen geven ons de mogelijkheid de platte grond van het complexe geheel na te gaan ten tijde van de Sint-Elisabethschoolin 1935.

De teksten zijn moeilijk te lezen en het plan nogal vaag.Daarom overlopen we even het plan. Bovenaan schuinweg is de reie, onderaan is de gevel van de walplaats.

Begin onderaan van l naar r: eetplaats, Hall, voorplaats, spreekkamer, bergplaats,

dan
directie, studieplaats en aanpalend doorgang en WC, koer, bergplaats,

dan
Klas, bergplaats en WC en keuken, koer, bergplaats .
Achteraan verwarming.

De stippelllijn bovenaan duidt de geplande uitbteiding aan.

   

Hieronder ziet u de plannen van de aanbouw . Vooral de oostgevel is goed te herkennen op de luchtfoto aan de westkant van de koer achteraan: het is dus een aanbouw die niet bestond ten tijde van Jules Dobbelaere.

Het Koninklijk besluit van 1921 dat de studies voor het behalen van het diploma "hospitaalverpleegster" regelde bepaalde ondermeer dat alle leerlingen van de school intern moesten zijn. Later werd een uitzondring bepaald voor de kloosterzusters. Door de uitbreiding van het aantal leerlingen werd locatie voor slaapgelegenheid een probleem dat opgelost werd door de huizen naast nr 38 af tehuren: op het gelijkvloers werd een technische klas en dieetkeuken en op de verdiepingen werden slaapkamers voor de leerlingen ingericht . Later in 1930 werd een weing verder in de Nieuwe Gentweg nog een groot herenhuis gehuurd. In 1934 worden de zusters gehuisvest in het Sint-Janshospitaal en vanf 1939 i net tehuis "Sint-Jan" in de Zonnekemeers.

Na de oorlog bleef het aantal verder groeien en maatregelen om de locatie uit te breiden drongen zich op. Er werd niet langer geopteerd voor uitbreiding op de Walplaats. Het Bisdom onder Mgr Lamiroy beslist in samenwerking met het C.O.O. en de "Hospitaalzusters van Sint-Jan " een nieuwe school op ter richten in de Oostmeers. In 1947 besliste het bestuurscommissie van de vzw "Elisabethverpleegsterschool" de hele school te plaatsen onder de leiding van de "Hospitaalzusters van Sint-Jan". Zuster Léona Claerhout werd Directrice van de school in 1947.

De vzw "Sint-Elisabeth verpleegsterschool" verhuisde naar het nieuwe gebouw voor de verpleegsterschool in de Oostmeers nr 27 in 1953. Daarmee kwam een einde aan de band van de vrije verpleegsterschool Sint-Elisabeth met het Walplein. Enkele generaties leerlingen verpleegsters hebben er het wel en wee meegemaakt van de bijna familiale pionierstijd van de verpleegkunde naar de volle professionalisering waarvoor Walplein nr 38 niet meer geschikt was.

Het nieuwe gebouw is een neoclassistisch gebouw naar het ontwerp van arch. J. De Norme. Het kwam in de plaats van het patronaat van de congregatie voor meisjes, de "H. Germana", en een 16de eeuwse trapgevel.

In 1963 verscheen in het Staatsblad de wijzigingen van de statuten van de vzw H. Elisabethverpleegsterschool: de vzw zou voortaan genoemd worden: "Sint-Jansinstituut voor Verpleegkunde" met als zetel: Oostmeers 27 te Brugge.
Dde vereniging zal instaan voor de vorming van de verpleegsters, vroedvrouwen en alle verwante beroepen . Ze zal ook instaan voor het oprichten en besturen van een tehuis voor verpleegsters. Externen werden toegelaten.

In 1953 werd het domein op het Walplein nr 38 verkocht aan de heer De Buyser Victor, die het pand inrichtte als hotel. Het hotel kreeg de toepasselijke naam: het Rembrandt-Rubens hotel naar de afbeelding met kunsttgels in de grote zaal. De familie De Buyser heeft het pand terug gerenoveerd en zeer kunstzinnig ingericht met behoud van de waardevolle elementen. De indeling ten tijde van de hotelperiode eit u hieronder .

Heden wordt het ganse pand in zeer goede staat verder onderhouden door de dochter mevrouw Chantal De Buyser, alsof het een museum betrof.

Hieronder enkele beelden van het hedendaagse pand Walplein nr 38, die aantonen dat het uitzicht zeer goed is bewaard gebleven. Voor het interieur verwijzen we naar de teksten en foto's in voorgaande paragrafen.

   

de gevel van het pand links werd
gepleisterd omwille van de vochtigheid en
de slechte kwaliteit van het metselwerk

de veranda was in zeer slechte staat en werd herbouwd naar de oorspronkelijke toestand, weliwaar met gekleurde alu profielen. De brandglasvensters werden gemaakt op basis van de ontwerpen van Jules Dobbelaere door de firma Delodder, de opvolgers van de Dobbelaeres via de familie Peene

Hierboven het pand met de datum 1709 in een gevelsteen

Links boven het atelier die Henri Dobbelaere liet bouwen. Oorspronkelijk liepen de vensterpartijen door over de ganse gevel, daar het atelier geen tussenvloer had. Met invoegen van een tussenvloer voor een extra verdieping is er ook een onderbreking in metselwerk tussen de vensterpartijen ontstaan

hierboven de oostkant van de koer vooraan

de westkant van de koer achteraan met de erker waarop een verdieping werd gebouw voor een bijkomende kamer. De oorspronkelijk kantelen langs de dakranden verdwenen.

Hierboven een zicht op de westkant van de koer vooraan

een leeuwtje op de trap van de veranda aan de tuin sluit deze fotoreeks af..