Het Walplein, de Congregatie van O.L.V. Onbevlekte Ontvangenis
Samenvatting

De ligging:
zie percelenplan hieronder:
Het oranje ingekleurde deel vooraan (nu deel van de brouwerij "De Halve Maan") en het oranje deel achteraan (nu stapelplaats) en huisnr 21 behoren tot het perceel dat we in deze webpagina bespreken.

Het beschermd neogotisch gebouw zoals het nu uitziet

 

 

Op het Walplein hebben veel mensen zich al afgevraagd wat een neogotisch gebouw doet half verborgen achter de brouwerij "De Halve Maan".
De bedoeling van deze website pagina is de geschiedenis van dit gebouw en van de mensen die er in leefden in het kort uit de doeken te doen.
Belet wel dat we het woord "Walplein" en het woord "Walplaats" uit oudere teksten door elkaar gebruiken.

Voor de gevorderde Bruggeling is er de meer gedetailleerde uitleg :
zie in het menu onder de rubriek "erfgoedpanden beschrijving", dan "de Walplaats, de Congregatie" en dan
"de Walplaats, de Congregatie , de bouwgeschiedenis" of klik hier om direct op de webpagina te komen of
"de Walplaats, de Congregatie O.L.V. Onbevlekte Ontvangenis"of klik hier om direct op de webpagina te komen

De Brouwerij "De Wulf" (1441 en vroeger - 1824)

De geschiedenis van dit perceel waarop later het neogotisch gebouw verschijnt begint al heel vroeg met de melding dat hier in 1441 de brouwerij "De Wulf" stond, een van de 54 die Brugge toen rijk was. We zien nog altijd het embleem boven de poortingang naar het neogotisch gebouw.

Via enkele generaties brouwers komen we in het begin van de 19de eeuw terecht bij de familie Van Wambeke. De laatste brouwer van de familie, Pieter Johannes Van Wambeke, had echter geen telgen die de brouwerij konden voortzetten. François Gamage, een Engelsman en brouwer van de brouwerij "De Valk" in de Wijngaardstraat, kwam de zieltogende brouwerij in 1818 ter hulp. Hij was de neef van de stokerij familie Van Strate die het arbeidersfort "het Wevershof" in de Zonnekemeers bouwde (zie in de menu van de website de rubriek "Wevershof , bouwgeschiedenis tot 1900" of klik hier om direct op de pagina te komen).
In 1824 keerde hij terug naar zijn brouwerij "De Valk".

De leerlooierij Van Caillie (1824- 1875)

Carolus Van Caillie, een huidevetter, ook leerlooier genoemd, nam de site in datzelfde jaar over en installeerde er een leerlooierij. In 1868 nam zijn zoon Jules Van Caillie de leerlooierij over. Blijkbaar had Jules niet veel zin meer in het leerlooien en verkocht hij in 1874 zijn zaak deels aan Désiré Vanneste, ook een huidevetter.

Zij verdeelden het perceel van de leerlooierij:
Désiré Vanneste kocht het huis rechts van de ingangspoort en de leerlooierij daarachter.
Jules Van Caillie behield het pakhuis aan de kant van het Walplein links van de poort , de koer en het huis rechts van het huis dat Désiré Vanneste kocht. Van dan af hebben die 2 delen elk hun eigen bestemming. Het deel van Désiré werd weer een brouwerij en op het deel van Jules Van Caillie werd later een congregatiegebouw opgericht

De brouwerij "De Wulf" wordt de brouwerij de " Brugge-Zeehaven"

Maar ook Désiré Vanneste had geen zin meer om de leerlooierij voort te zetten en hij verkocht in 1875 al het leerlooierij materieel en installeerde zich als brouwer. Zijn dochter Clémentine trouwde met Henri II, Joseph Maes, zoon van Henri I, Leon , eveneens brouwer.
(Henri I, Leon Maes startte de brouwerij de Halve Maan in 1859 na de aankoop van het pand, een wagenmakerij, naast de brouwerij "De Wulf". Maar de 2 buurbrouwerijen "De Wulf" en de "Halve Maan" bleven elkaar beconcurreren, niettegenstaande de familiebanden).

In 1897 werd een poging gedaan om mee te varen met de promotie voor de haven van Zeebrugge en werd de naam "De Wulf"veranderd in de "Brugge-Zeehaven" In 1900 stierf Désiré Vanneste en zijn 5 kinderen erfden de brouwerij. In 1910 werd de brouwerij nog vergroot. In 1936 erfden Coralie en Achiel Vanneste de brouwerij , maar in 1942 werden hun eigendommen verdeeld. Henri III Desiré- Schrooten kocht de brouwerij en huis op en brak in 1950 de oude brouwerij af.

Van Leerlooierij naar Congregatiegebouw

Na de dood van Jules Van Caillie in 1877 verkocht zijn dochter Constance het pakhuis en het erf aan E.H. Allaert, pastoor van de O.L.V. parochie. Zijzelf bleef voorlopig wonen in het huis rechts van het huis van Désiré Vanneste.. E.H. Allaert liet in 1878 het pakhuis ombouwen tot een dubbele woning, die nu nog bestaat.

 

Hiernaast het huis nr 21 dat het vroegere pakhuis vervangt. Door de poort opening kan nog net een glimp van het Congregatiegebouw gezien worden.

De parochie gebruikte deze woning tot 1953

Alhoewel er geen bouwvergunningen van het Congregatiegebouw te vinden zijn wijzen de kadastergegevens er op dat het gebouwd werd in 1878.

De congregaties

In het begin van de 19de eeuw trok de industrialisatie heel wat mensen van het platte land naar de stad op zoek naar werk. De toevloed was zo hoog dat er hoge werkloosheid ontstond. Ook ziektes en mislukte oogsten droegen daartoe bij. Het gevolg was een grote armoede. Rond 1850 was ongeveer de helft van de Brugse bevolking behoeftig. Er trad een verruwing van de zeden op. De katholieke kerk wilde daar iets aan doen via onderwijs, caritatieve instellingen en zinvolle invulling van de vrije tijd.

Het hoeft geen betoog dat de religieuze opvoeding en het onderricht daarbij een grote rol speelde. In die sfeer ontstonden de congregaties. Het zijn verenigingen die liefdadige doelstellingen combineren met godsvruchtige activiteiten. Er waren congregaties die gratis onderwijs aanboden, andere verzorgden zieken en hielpen armen, nog andere legden de nadruk op de christelijke plichten en onderricht. Lag de nadruk bij parochiale congregaties meer op de vrijetijdsinvulling dan werden ze ook patronaten genoemd.

Congregaties ingericht door de Sint-Vincentiusgenootschappen waren internationaal georganiseerd. In onze streken werden ze meestal ingericht door de parochiale geestelijkheid of in het kader van kloosters. De congregaties waren opgesplitst tussen jongens en meisjes enerzijds en anderzijds tussen kinderen (ongeveer van de eerst communie tot ongeveer 15 jaar) en de oudere jeugd (vanaf ongeveer 15 jaar) ook jongelingen en jonge dochters genoemd.

De meisjescongregatie van O.L.V. Onbevlekte ontvangenis van de O.L.V. parochie

In 1824 werd de congregatie van O.L.V. Onbevlekte Ontvangenis ingericht door E.H. Boone in het kader van het klooster van de Colettienen toen nog in de Zilverstraat gelegen. Soms wordt de congregatie ook O.L.V. onbevlekt ontvangen genoemd. In 1834 werd het bestuur van de congregatie overgenomen door diocesiane (= bischoppelijke) priesters.

Toen in 1841 de zusters Colettienen verhuisden naar hun nieuw klooster in de Colettienenstraat in de O.L.V. parochie vonden de jongelingen en een deel van de meisjes van de congregatie een onderdak in het congregatiegebouw van de Sint-Salvatorparochie "de Germana" in de Oostmeers van de E.H. Petrus Tanghe. Een ander deel van de meisjes volgden de zuster Colettienen naar het klooster nabij de Katelijnestraat.

Rond 1870 heeft Henricus Mortier, onderpastoor van de O.L.V. parochie van 1869 tot 1872, de parochiale meisjescongregatie van de O.L.V.Onbevlekte Ontvangenis op de Walplaats gesticht. In 1897 had deze congregatie een 300 tal meisjes en is daarmee een van de grootste in Brugge. Er was zowel een afdeling voor de kleine meisjes als voor de grote.

 

Hiernaast het voorblad van de ledenlijst van de Congregatie op de Walplaats , opgesteld in 1888. Eigenaardig ligt bij verschillende raadsleden en leden het jaar van toetreding vóór 1870?

   

Na de tweede wereldoorlog ging de congregatie- en patronaatwerking achteruit en werd het Congregatiegebouw in 1953 verkocht aan Henri III Maes-Schrooten van de brouwerij "de Halve Maan". Het wordt thans gebruikt door de brouwerij "de Halve Maan" als opslagplats en garage.

Daarmee is het ganse terrein van de oorspronkelijke brouwerij "de Wulf" na heel wat bestemmingen: leerlooierij, brouwerij "Brugge-Zeehaven"en Congregatiegebouw overgegaan naar de concurrent "de Halve Maan"