Beschermingsaanvraag voor de spoorwegbrug aan het Waggelwater
( 07.12.2009)

pagina 1

waggelwater1
waggelwater2

De spoorwegbrug over de Oostendse vaart aan het Waggelwater maakt deel uit van de spoorverbinding tussen Brugge en de Oostkust. Het bevindt zich aan het einde van de Houtkaai aan de kant Kristus –Koning en langs de Steenkaai aan de kant Sint-Pieters. Gezien de ligging in de nabijheid van het Waggelwater wordt de spoorwegbrug ook de Waggelwaterbrug genoemd. Deze brug is vooral belangrijk omwille van zijn symboliek in de geschiedenis van de spoorweg- en waterwegverbinding met de kusthavens en omwille van het beeldbepalende karaktervoor de buurt (zie situeringplannen op p2).

waggelwater3

pagina 2

Situering:
waggelwater4
waggelwater5
waggelwater6

pagina 3

1. Geschiedenis:

De spoorwegbrug ligt op een kruispunt van voor Brugge en Vlaanderen geschiedeniskundig belangrijke verbindingen met de kust. Het slaat ook een symbolische brug naar de geschiedenis van deze verbindingen en van deze buurt.
Daarom gaan we hier wat dieper in op die geschiedenis ervan.

De Oostendse vaart

De Oostendse vaart is uitgediept in de bedding van de Ieperleet.
De Ieperleet ontspringt aan de Kemmelberg en dwarst Ieper en liep in de middeleeuwen door het kustgebied naar Brugge. Ze mondde toen uit enerzijds in het Oostendse krekengebied en anderzijds in het Zwingebied. Ze werd al vroeg gekanaliseerd vandaar de naam Leet. In de 12de eeuw lag ter hoogte van de huidige spoorwegbrug al een brug over de Ieperleet, die de Tempeliers gebruikten voor hun verbinding met Brugge. De Tempeliers hadden een commanderij (die toebehoorde aan de commanderij van Slijpe) langs de huidige Steenkaai. De naam van deze commanderij leeft nog door in de naam “ Tempelhof” dat nog op latere kaarten voorkomt bijv. een kaart uit 1831 en in de naam van een straat in de wijk Sint-Pieters.

(zie voor verdere informatie het boek van
Michel Nuyttens: Krijgers voor God, de orde der tempeliers in de Lage Landen.)

 

waggelwater7

 

 

In Brugge bezaten de Tempeliers een drietal huizen, waarvan een refugehuis opgericht
in 1202
(in de Westmeers?).
In 1275 wordt de brug vermeld als een vaste hoge houten brug tussen Scheepsdalebrug en Hanebeckxbrugge
(Sint-Andries). De naam “Hooghe brugge” komt nog voor op latere de kaarten bijv die van P.Pourbus uit 1571.

waggelwater8

pagina 4

Zie ook de bruggen over de Ieperleet op de geschilderde kaart van Brugge van rond 1600
(die kaart dient met de nodige voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden)
waggelwater9


De Ieperleet was oorspronkelijk maar bevaarbaar tot het gehucht “Scipstale” en verloor zich verder in een moerassig gebied. De naam Scipstale bestond al in 1100 en is wellicht afgeleid van het feit dat de schepen hier hun standplaats (stale) hadden. De Genteledijk en in het verlengde de Vlamingdam dwarsten het gebied van de Ieperleet.

waggelwater10


Bij het kanaliseren van de Ieperleet in 1188 voorzag men daar een overdracht of overtoom, waarmee de bootjes over de dam, die diende om het water op peil te houden, werden getrokken.
Zie bijv op de kaart op p3 van Pourbus aan de Gentele (Groene dijk) de naam “Overdrach”. Hiernaast een voorbeeld van een overdracht met takel.
In 1375 pas verbond men de Ieperleet rechtstreeks met de      stadswallen door de bouw van het Kattesas aan de Sint-     Lenaartspoort (deel van het Dampoortcomplex).

In 1688 was er ter hoogte van het tempelhof nog een lage        houten draaibrug. Wanneer die verdwenen is weten we niet. Waarschijnlijk is die verdwenen met de uitbreiding van Ieperleet tot een volwaardig kanaal Brugge-Oostende.

In de 17de  eeuw werd Brugge afgesneden van het Zwin door de strubbelingen tijdens de 80 jarige oorlog. De andere Vlaamse havens werden door het verdrag van Münster in 1648 afgesneden van de Scheldemonding. Daarom zocht men nu een verbinding naar zee voor de Vlaamse havens via Oostende. Men diepte de Ieperleet uit. In Plassendale werd een sas gebouwd, zodat de verschillende overtomen op de dammen (zoals de Hanebeckxdam te Sint-Andries), konden verdwijnen.

pagina 5

In 1665 werd de handelskom gegraven, maar nog steeds moest men hier de vracht overladen in kleinere schepen om vanuit de handelskom via de reien in de binnenstad  de Gentse vaart te bereiken ( het “lastbreken”). De ringgracht was immers onbevaarbaar. Pas in 1751 onder keizerin Maria Theresia worden de “Coupures” in Brugge en Gent gegraven zodat er een rechtstreekse verbinding ontstaat van Oostende via Brugge met de Leie en de Schelde.
Zie de kaart van het ontwerp van de coupures in Brugge uit 1750 hieronder . Het voorstel van een coupure langs de Duinenabdij werd niet uitgevoerd.

waggelwater11

De doorvaart door Brugge via de Coupure werd mettertijd ontoereikend. Rond 1855 werd door het uitdiepen van de ringgracht tussen Dampoort en Coupure en door het aanleggen van een sas aan de Dampoort en het weggraven van de dam “het IJzeren Hekken” aan de Coupure de huidige verbinding met de Gentse vaart gerealiseerd en verloor de Coupure haar functie.

De spoorlijn naar de kust en de spoorwegbrug aan het Waggelwater

waggelwater12

In 1837 komt
de spoorlijn Brugge- Oostende
tot stand .

Zie kaart
uit 1837 hiernaast


pagina 6

waggelwater13




In 1863 werd de spoorlijn Brugge –Blankenberge aangelegd. Die spoorlijn liep oorspronkelijk van het station op het Zand
via  de Hoefijzerlaan, Gulden Vlieslaan, Komvest en
over de Warandebrug naar de kust . Zie kaart hiernaast uit
de brochure van baron de Maere van1873

Hieronder een foto uit 1898 van de spoorlijn naar Blankenberghe aan de Komvest . Links de ringgracht juist vóór het dempen ervan, rechts de sporen van de buurtspoorweg. Links op de achtergrond de huizen van de Sint-Pieterskaai. Rechts op de achtergrond het “station van Sint-Gilles” en de Warandebrug
waggelwater14



pagina 7

waggelwater15







In het kader van de aanleg van haven in Zeebrugge
en het groeiende verkeer
werd in 1904 het plan opgevat voor een nieuw station aan de kant Sint-Michiels en voor de aanleg van spoorlijnen op een verhoogde bedding

(zie kaart hiernaast van A.Duclos uit 1908 ).

De gelijkvloerse spoorlijn langs de huidige Hoefijzerlaan, hinderde immers het toenemende verkeer tussen West Brugge/ Sint-Andries en de rest van de stad

waggelwater16

 

pagina 8

De werkzaamheden aan de nieuwe spoorlijn naar de oostkust -  via de Bloedput (plaats op het einde van de Hoefijzerlaan  en waar nu het begin van de Bevrijdingslaan ligt) langs het nieuw gegraven afleidingskanaal en over de Oostendse vaart - werden al in 1906 aangevat. Het afleidingskanaal werd in 1898 gegraven om het water van de ringgracht af te voeren, na het dempen van ringgracht tussen de Ezelpoort en Dampoort.

waggelwater17
Hiernaast zien we het nieuw gegraven afleidingskanaal naar de Oostendse vaart aan het Waggelwater met op de voorgrond de ringgracht met daarvoor een deel van de spoorlijn naar Blankenberge. In het midden de sasbrug. Op de achtergrond links zien we de brug over het afleidingskanaal die de huidige Keizer Karelstraat (toen deel uitmakend van de Lange Vestingstraat) verbindt met de Lange Vestingstraat.
Die brug werd in 1944 gedynamieteerd en nooit meer opgebouwd. Op de achtergrond rechts bevinden zich enkele huizen van de Keizer Karelstraat en het nog onbebouwd terrein dat later de wijk Kristus-Koning zal worden.

 

De verlegging van die spoorlijn kon maar operationeel worden na het bouwen van een nieuwe spoorwegbrug over de Oostendse vaart. Gezien het belang van de scheepsvaart  en het belang van de verbinding met de kusthavens werd geopteerd voor de hoge, draaibare spoorwegbrug met allure, die vandaag nog deze buurt kenmerkt.

De huidige spoorwegbrug werd in 1906 gebouwd ter hoogte van de Waggelwaterstraat.
De Waggelwaterstraat ligt in Sint-Andries op de grens met de nieuwe Kristus-Koning wijk  (toen het Stübbenkwartier genoemd naar de ontwerper van het kwartier).

waggelwater18
In 1908 was de verlegging van de
spoorlijn naar Blankenberge via de Bloedput al een feit. Zie hiernaast een kaart van A.Duclos uit 1908






 

pagina 9

waggelwater19
Hiernaast zien we en foto van rond 1908 ter hoogte van de huidige Canadabrug
met de doorgang naar de Sint-Jansdreef.









 

waggelwater20
Men bouwde ook alvast viaducten voor de verhoogde spoorlijn in 1912. . De eerste wereldoorlog gooide echter de plannen overhoop.








 

waggelwater21
In 1918 werd de spoorwegbrug door de wegtrekkende Duitsers deels vernield . Daarom werd het spoorverkeer voorlopig weer omgelegd in de nog bestaande bedding van de oude lijn langs de vestingen, de Komvest en nu de Krakelebrug.

Pas in 1922 was de brug hersteld maar het draaimechanisme werd wel vastgezet. Het treinverkeer kwam weer langs de Waggelwaterbrug.


 

Ondertussen vorderden de werkzaamheden aan het nieuwe station aan de rand van de stad en het werd op 1 april 1939 ingehuldigd. De plannen uit 1904 werden uiteindelijk een feit. Maar weer kwam een oorlog de spoorwegbrug belagen.
waggelwater22 De Duitsers blokkeerden de brug in 1944 en lieten een locomotief in de vaart rijden om de doorvaart te blokkeren. De heer Robert Janssens liet ons weten dat dit fout is en dat de verzetsbeweging "De Gaai" de brug saboteerde . Zijn grootvader Leo Janssens ondernam deze daad samen met Morlion. Ze waren op de hoogte dat een trein een SS eenheid en hun materiaal uit Knokke moest afhalen. Jansens liet de Duitsers in de waan dat de spoorwegbrug dichtgedraaid was, in werkelijkheid was die open en de trein donderde het kanaal in. Aldus was het transport verhinderd maar was ook het kanaal geblokkeerd voor de schepen van de vluctende Duitsers. Door die blokkage vonden de Duitsers het niet nodig de brug te doen springen en werd de brug gespaard.(uit het boek "Niet langer geheim", uitgegeven door het verzet.)

De voorhoede van de Canadezen kwam in september 1944 eerst via het Waggelwater bij de stad Brugge, maar trokken zich terug terwijl het drukkerstaatje aan de drukkerij Desclée-De Brouwer in de vuurlijn kwam te zitten. Enkele dagen later trokken ze over de iets verder gelegen vernielde maar opgelapte brug, de latere de Canadabrug, de stad Brugge binnen. De Duitsers waren al vertrokken.

Sindsdien wordt het treinverkeer steeds drukker niet in het minst door de uitbreiding van de haven van Zeebrugge en er wordt er gedacht aan een bijkomende spoorlijn. Volgens onze informatie komt er naast de huidige spoorwegbrug een nieuwe spoorwegbrug om het bestaande treinverkeer niet te onderbreken. Het is nog niet bepaald wat er met de huidige brug gebeurt.

 

pagina 10

De omgeving van het Waggelwater

waggelwater23
In 1912 wilde men de bocht in de Oostendse vaart ter hoogte van het kasteel Norenburg (zie hiernaast foto uit 2007 met op de achtergrond “het Waggelwater”) rechttrekken met een doorsteek ten zuiden van dit kasteel (zie luchtfoto op p2). Het omwalde kasteel wordt al vermeld in 1562 en komt al op oude kaarten voor. Zie kaart Pourbus op p3: Een lange dreef vanaf de “Hooghe Brugghe” leidt naar het domein. Pourbus vermeldt de naam echter niet.
Zie ook kaart hieronder van Ferraris uit 1777 en de kaart uit 1831 op p3.

Het kasteel werd in 1823 grondig gerestaureerd.

waggelwater24

Men is begonnen met het delven in 1912 maar door het uitbreken van de eerste wereldoorlog moest men de werken halverwege stoppen. Na de oorlog heeft men het project niet meer opgenomen. Het is mogelijk dat men het opgedolven zand gebruikte voor zandwinning voor de aanleg van de talud van  de  spoorwegbermen van de verhoogde spoorlijnen ?. In ieder geval houden we er nu een prachtige groene zone aan over, waarmee de naam Waggelwater werd verbonden. Het Wag(g)elwater is echter een naam die al sinds 1817 voorkomt. (zie ook kaart uit 1837 p.5 onderaan). We weten niet waar de naam vandaan komt (naam te verbinden met de bocht in het kanaal aldaar?)

 

pagina 11

waggelwater25

Dit gebied sloot aan bij de houtkaai, waar zich de uitgebreide houthandel Van Serweytens (zie foto van de houtkaai in 1890 hieronder) en de drukkerij van Desclée-De Brouwer bevond . Het gebied werd door de aanleg van het verbindingskanaal en de spoorweg afgezonderd van de rest.

waggelwater26
waggelwater27

 

Ten tijde van de aanleg van de spoorwegbrug bevond zich daar de haringrokerij van Carlier .
Zie kaartje uit 1903 hiernaast.
In 1971 werd het bedrijf opgedoekt en werd het gesloopt om plaats te maken voor de transformatieinstallatie van E.B.E.S. (Electrabel)


 

pagina 12

Ten Zuiden van het kasteel Norenburg lag het goed “ten Leempit”. Dit goed wordt op verschillende kaarten van de grotere omgeving vermeld . Zie bijv  kaart uit 1645 hieronder, wel aangeduid als “Leenpit” .
De huidige Leemputstraat is nog een restant van de weg naar dit goed. De weg werd door de tweede omwalling van de stad Brugge afgesneden van zijn bestemming. Er waren verschillende leemputten in de buurt (de naam van de straat Leemputten aan de Peter Benoitstraat herinnert eraan).

waggelwater28


Aan de overkant van het kanaal ter hoogte van het voormalige Tempelhof bouwde de familie Delhaize in 1911 een borstelfabriek (zie foto hieronder)

waggelwater29

 

pagina 13

2. De beschrijving van de spoorwegbrug

waggelwater30

De spoorwegbrug over het kanaal Brugge-Oostende wordt getypeerd door de combinatie van baksteen voor de overwelving en natuursteen voor de zichtbare buitenbekleding. Begin en einde van brug zijn voorzien van uitkragende torentjes met leien tentdakje. Bovenaan is de brug afgewerkt met een lichte smeedijzeren leuning.

waggelwater31
Wat de torentjes betreft moeten we bedenken dat de brug een draaibrug was en dus moest bediend worden in geval er een groot schip zou moeten doorvaren.

waggelwater32
Aangezien de brug werd vastgezet in 1922 hadden de torentjes geen functie meer. Ze bezorgen de brug wel haar uniek en beeldbepalend karakter.

waggelwater33
De tunnels geven aan de stenen    bruggenhoofden een lichtheid en rhytmiek.

waggelwater34
We vonden geen plannen noch is de architect  voor ons bekend . Hoogstwaarschijnlijk werden  de plannen opgemaakt door de diensten van de spoorwegmaatschappij.

 

pagina 14

3. De motivatie

Hoewel de brug niet kan bogen op een voor ons bekende architect of ingenieur, is ze toch gekenmerkt door haar harmonieuze verhoudingen en eenvoudige en functionele schoonheid.
De torentjes geven aan de brug haar beeldbepalend karakter, terwijl de natuurstenen buitenbekleding haar een in Brugge uniek uitzicht geven. De gewelfde tunnels onder trein viaduct in Brugge zijn typisch voor de tijd van de aanleg van deze spoorlijn en komen nog voor o.a. in de  nabijgelegen Peter Benoit laan (zie foto uit 1912 p9) maar meestal met bakstenen bekleding. De gewelven zelf zijn overal van baksteen. Het feit dat we hier te maken hebben met een draaibrug, weliswaar vastgezet, is merkenswaardig: het mechanisme op de midden pijler is min of meer te zien op de foto op p12.

Het bestuur vond de brug zo waardevol dat ze telkens de brug in haar oorspronkelijke toestand herstelden, na de beschadigingen opgelopen op het einde van de beide wereldoorlogen. Als essentieel voor de spoorverbinding met de haven en de oostkust en voor de waterverbinding met Oostende was ze natuurlijk telkens het mikpunt voor de oorlogvoerende partijen (zie p8).

Ze is niet alleen beeldbepalend voor het gebuurte , ze is ook het symbool voor de start van de ontwikkeling van de wijk , die bij haar bouw nog hoofdzakelijk bestond uit weiden en tuinbouwbedrijven (zie foto p 8). Samen met het afleidingskanaal, die daar in de Oostendse vaart uitmondt, vormt ze de grens tussen deze wijk en de wijken Sint-Andries en Sint-Pieters .

Gebouwd in 1906 is deze brug een wezenlijk deel van de uitbouw van het spoorwegennet in functie van de nieuwe aansluiting van Brugge met de zee, en in functie van de verlegging van de spoorlijnen buiten de binnenstad, waardoor de tweedeling van de stad verdween.

De brug is een aanknopingspunt voor de herinnering aan het Waggelwater, met zijn onvoltooide rechttrekkingsproject, waaraan we nu een groene zone te danken hebben (zie p2) en aan het bescheiden industrieel gebied uit het begin van de 19de eeuw, dat spijtig genoeg het einde van de 20ste eeuw niet gehaald heeft. Maar het kent een waardige opvolger in het nieuwe industrieel gebied, het “Waggelwater”, net ten zuiden van het oude gebied (zie kaart p2).

Gelegen over de Oostendse vaart is de brug ook een aanknopingspunt voor de geschiedenis van
de Brugse waterverbinding met de westkust, startend in de vroege middeleeuwen met Ieperleet en uiteindelijk uitgegroeid tot een  volwaardige verbinding tussen Oostende en Gent.

Nu de historische bruggen terug in de belangstelling staan is het zeker aan te bevelen deze brug voor de generaties na ons te beschermen en te bewaren.

Namens de vzw Erfgoedforum

Bronnen:

Behalve uit het internet zijn uit volgende werken gegevens en foto's overgenomen:
“Vlaanderen in oude kaarten, drie eeuwen cartografie” van Jozef Bossu.
 “Brugge, historische stedenatlas” van Marc Rijckaert.
“Brugge, memoires van een stad” van Jaak Rau.
“De Brugse Parochies” van Jaak Rau en Dr.A. Vandewalle.
“Uit de wereld der Brugse mensen” van Guillaume Michiels.
“Een eeuw Brugge” van Jaak Rau.
“Bruges, Histoire et Souvenirs” van A.Duclos
“Brugs Ommeland” 2007 nr 2  “Van suikerfabriek tot haringrokerij” van Jaak Rau en
 J.Cornelissis.
“Bouwen door de eeuwen heen, inventaris van het bouwkundig erfgood” ministerie van de
 Vlaamse Gemeenschap”