Oud Sint-Jan, koetshuis, samenvatting
 

Het merkwaardige pand op de voorgrond op de foto hierboven staat aan het begin van de Zonnekemeers en naast de Reie. Het wordt nu het koetshuis genoemd. De brug die u links ziet is de Walbrug naar het Walplein. De Reie die hier ook soms de Bakkersrei wordt genoemd, passeert iets hogerop het Begijnhof (achter de witte gevels van de voormalige ateliers van de familie Claeys).

Op het huidige percelenkaartje hieronder toont de ellips de ligging van het koetshuis

Het koetshuis ligt op een toeristisch kruispunt van voetgangers die het Kunstencentrum "Oud Sint-Jan" of het Memlinc museum bezoeken of gewoon naar het centrum van Brugge wandelen.

Het is ook voor de bootjestoeristen beeld bepalend en een aangename ervaring vóór ze onder de walbrug duiken

Het Koetshuis wordt nu gebruikt als een kunstgalerij.

Het heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. In deze webpagina willen we die geschiedenis voor u ontrafelen.

Voor wie meer achtergrond wil weten over het koetshuis of voor de gevorderde Bruggeling die meer detail wil volgen zie in het menu: erfgoedpanden beschrijving 1, Oud Sint-Jan, het koetshuis of klik hier om onmiddellijk op de webpagina te komen. Die pagina bevat ook verwijzing naar de bronnen en vertelt stapsgewijs de bouwgeschiedenis en de historische achtergronden.

Marcus Gerards tekende in 1562 al een hoekhuis op de plaats van het latere koetshuis.

 

Vanaf 1580 kunnen we de eerste meldingen op die hoek volgen.
Vermeldenswaardig uit die vroege periodes is dat daar in 1680 een ververij wordt ingericht maar die stopt haar activiteiten al rond 1714. In 1769 verwerft Hubertus Meurisse dit pand. Nog vóór 1773 bevond zich daar dan een huidevetterij, volgens een akte uit 1773. In diezelfde akte wordt vermeld dat naast dit pand zich een groot erf bevindt, dat ontstaan is uit het samenvoegen van 3 percelen in 1596. De huizen die daarop stonden werden gesloopt om, volgens latere teksten, een grote tuin en boomgaard in te richten.

Hubert Meurisse koopt ook het hoekhuis aan de overkant waar een brandewijnstokerij bedrijvig is (het latere Weverfshof en meubelbedrijf Claeys). Maar Hubertus is voortvarend geweest en kan zijn schulden niet betalen en er wordt beslag gelegd op de 2 hoekhuizen. Volgens de bovenvermelde akte werd het hoekhuis aan de noordkant verkocht aan familie Vander Plancke.

De stokerij aan de overkant wordt in 1777 verkocht aan Frans Sporkman en Jan Van Strate. Daarmee begint het verhaal van het Wevershof.
Voor heel dat verhaal : zie
- in de menu "erfgoedpanden beschrijving 2, Wevershof, bouwgeschiedenis, samenvatting" of klik hier om direct op de webpagina te komen ,
of voor een meer uitgebreide uiteenzetting zie
- in de menu erfgoedpanden beschrijving 2, Wevershof bouwgeschiedenis tot 1900
of klik hier

Willem Van Strate koopt in 1812 het hoekhuis aan de noordkant (het latere koetshuis) van de familie Vander Plancke .

 

Hiernaast een schilderij uit 1820, OP de voorgrond is de Begijnenbrug en poort prominent aanwezig en de op de achtergrond de Sint-Salvatortorkerk met de toren nog zonder spits. Wat ons interesseert is dat amper zichtbaar klein puntgeveltje juist over de tweede brug (de Walbrug) en tussen het huis met de schouw van de stokerij en de grote puntgevel van een gebouw van het Sint-Janshospitaal. Daarachter is het dak van het latere Bisschoppelijk paleis te zien.

 

In 1832 sterft Willem en zijn vrouw Anne Bouvy erft het hoekhuis aan de noordkant. In 1848 laat Anne Bouvy dit hoekhuis renoveren. Uit de plannen van de bouwaanvraag hieronder kunnen we afleiden hoe dat hoek huis eruit zag vóór 1848 (plan boven) en na 1848 (plan onder)

 

Zoals blijkt worden alleen de vensters aangepast. Over de andere aanpassingen weten we niets. In die tijd is het gebruikelijk alleen de gevel te vergunnen. UIt een latere verkoop krijgn we wel een hele beschrijving (zie verder)

Aangezien Louis Van Strate, haar zoon, in 1846 in het hoekhuis komt wonen met zijn ganse familie is het niet onwaarschijnlijk dat de verbouwing meer inhoudt dan alleen de gevel.

Maar de projectie van het grondplan van het hoekhuis is altijd dezelfde gebleven (zie hieronder, rechts van de turkooise lijn in het kadasterplan uit 1811) tot de aankoop door het Sint-Janshospitaal (zie verder) Ook het grote erf naast het hoekhuis is nagenoeg altijd een groen domein gebleven.

 

Het kadasterplan uit 1811

 

 

 

Na het overlijden van Anna Bouvy in 1852 wordt haar vermogen verdeeld onder haar kinderen. Ondertussen is Louis Van Strate in 1951 verhuisd naar Brussel.
(zie webpagina "Wevershof, bouwgeschiedenis tot 1900") .

Willem (junior) Van Strate koopt in 1853 uit de erfenis onder andere het hoekhuis aan de noordkant. In de veilingsakte opgesteld door notaris De Busschere wordt het hoekhuis als volgt omschreven:

een huis dienende als broodbakkerij, erve en toebehoorten, gelegen aan de noordzijde van de Zonnestraat (sic), voortijds de Nieuwe Meers, aan de voet van de Walbrugge C9/36 en kadasternr C-1108, hebbende beneden een winkel, keuken en voutekamer, kelder, bakkerij, hof en logie met particuliere uitgang naar de straat, aan de oostzijde palend aan de stadsreie en aan de westzijde aan de hovenier Deere, al achteren komende aan het hospitaal.

Willem (junior) van Strate, de broer van Louis (zie webpagina "geschiedenis van de familie Van Strate in Brugge") is geboren in 1800 en kiest voor een carrière in het leger. In 1855 gaat hij op pensioen. In 1860 sterft hij, hij woonde dan in het huis van zijn zus Anne in Gistel.

Edmond Van Strate, de broer van Willem junior, erft het hoekhuis zoals blijkt uit de erfenisakte opgesteld door notaris Heyvaert te Gistel in 1861. Edmond is op dat moment pastoor in Boitshoeke. Hij verkoopt het hoekhuis aan de "Commissie van Burgelijke Hospitalen der Stad Brugge" (CBG) nog in 1861 bij akte verleden bij notaris De Busschere. De Burgerlijk Hospitalen zijn daarbij vertegenwoordigd door Charles de Peneranda, lid van de besturend commissie. De beschrijving van het pand is bijna letterlijk dezelfde als bij de verdeling van de erfenis van Anne Bouvy in 1853. Er is nog altijd sprake van een bakkerij daar. De Burgelijk Hospitalen kunnen beschikken over het pand vanaf januari 1862. .

De motivatie voor de aankoop opgesteld door de Commissie der Burgelijke Godshuizen in 1861 is om een bijkomende uitgang langs de "place de Wallons" (bedoeld wordt: de Walplaats) te hebben voor het toenemende verkeer door de activiteiten in de nieuwe ziekenzalen onder constructie. Het is beter voor het vervoer van de lijken naar het kerkhof. Het verkeer van personen vreemd aan de diensten voor de diverse leveringen en bevoorradingen moeten zich niet meer verplaatsen rond de nieuwe zalen. Ook het verkeer van de noodzakelijke wagens van de eigen diensten kan daardoor efficienter gebeuren. Er moet opgemerkt worden dat veel vervoer in die tijd nog gebeurt met paard en kar of koetsen. De nieuwe (wal)brug en de zonnekemeers bieden een vlotte doorgang.

 

Hieronder de kadasterschetsen (uit het kadasterarchief boek 1878) van de betrokken sites van het hospitaal: boven de site vóór de registratie in1878 en onder de site na 1878 bij het registreren van de nieuwe ziekenzalen (de eerste plannen van de nieuwe 19de eeuwse ziekenzalen werden al gestart in 1856). Hier is te zien hoe het nieuwe poortgebouw (het koetshuis) en stallingen zich integreren in het geheel van de hospitaalsite. Het ganse bestaande perceel van het hoekhuis wordt ingenomen door het koets- en poortgebouw. Achter het poorgebouw, maar op het domein van het hospitaal werden al rond 1856 (dus vóór de aankoop van het perceel van het hoekhuis) een reeks stallen voor paarden en koeien en een bierbrouwerij voorzien naar het ontwerp van P. Buyck.

 
 

In maart 1863 dient arch. Alleweireldt , na een eerste poging , een nieuw ontwerp van het koetshuis in, nu met een verdieping en een wolfsdak. Het is die versie die uitgevoerd wordt. De benaming koetshuis is van latere datum . Op de bouwaanvraag van 1863 is de naam "métairie et hangars" vermeld. Métairie betekent meestal "pachthoeve". Het was hier het geheel van de toegangs- en koetspoort en de stallingen voor de paarden en de standplaats voor de koetsen ten behoeve van de diensten het Sint-Janshospitaal.

UIt de tekeningen bij de bouwaanvraag is niet zeer duidelijk dat de voorgevel van het koetshuis 2 vleugels heeft die naar binnen toe gebogen zijn
Op de foto hieronder is het duidelijk hoe de voorgevelvleugels van het koetshuis er toen uitzagen. De foto van A.De Blieck dateert van 1966 (foto bijgevoegd aan de bouwaanvraag van het reftergebouw van de verpleegsterschool A2 dat afgewerkt werd in 1967) .

 

Op het einde van de 19de eeuw wordt door Sint-Jan een uitbreiding gezocht voor een nieuw bedrijfsgebouw langs de Reie en dus moeten de annexen die aldaar stonden verhuizen (zie schets verder). Voor die uitbreiding valt het oog op de percelen naast het koetshuis. Uit een verkoopsakte van 1829 blijkt dat het perceel nog altijd bestaat uit een groot erf met een binnengelegen huisje. Het domein wordt verpacht aan W. D'heere, bloemist. Het bestaat uit een boomgaard van 40 fruitbomen. Op de noordgrens van het domein heeft D'Heere een langgerekte serre laten bouwen voor bloemgewassen.

In 1834 koopt zoon Domenicus D'Heere, hovenier het domein. Er wordt wel expliciet vermeld dat Domenicus D'Heere het open domein als hovnier zelf gebruikt. In 1866 schenkt Anna Van Hecke, weduwe van Domenicus D'heere, bij testament het domein aan haar kinderen, die allen als bloemisten worden vermeld.

In 1868 kopen de kinderen D'Heere het buurperceel ten westen als uitbreiding voor hun activiteiten.

In 1895 verkopen de kinderen D'Heere de 2 percelen aan de Commissie der Burgelijke Godshuizen (CBG). De akte vermeldt uitdrukkelijk dat de kopers aan de straat kant een muur moeten bouwen van de oosthoek van het eerste perceel tot de westhoek van het tweede perceel.

Het is jammer dat door de verkoop aan de Commissie van Burgelijke Godshuizen een stuk groene zone opgeofferd wordt voor een tamelijk rommelige verdichting met latere constructies allerhande. In 1871 is het terrein achter het koetshuis ingevuld als groenselhof, soms aangeduid als moestuin (jardin potage). Dit blijft zo tot rond 1930, wanneer bij verdere uitbreiding de hospitaalsite bijna gans opgevuld wordt.

In de jaren 1920-1930 wordt er weer uitgebreid.
Waarschijnlijk is het uitbreken van de eerste wereldoorlog de oorzaak dat de algemene uitbreiding pas in de jaren twintig aangepakt wordt.

De architecten A. Dugardin, L. Viérin en F. Koentges worden aangesteld om de grote uitbreiding te ontwerpen. (zie hieronder plan van een deel van het ontwerp voor de ganse site uit 1932 )

Er worden nogal wat nieuwe gebouwen gepland (maar niet alle uitgevoerd zoals hier gepland) op de site van Sint-Jan maar die geschiedenis valt buiten de bespreking van deze webpagina.

Toch willen we nader ingaan op het plan voor wat een nieuw "keukengebouw en aanhorigheden" genoemd wordt. Dit gebouw leidt immers tot wijzigingen van de annexen rond en aan het koetshuis.
(zie groen en donkergroen gekleurde zone aan de Reie).

 



Hiernaast een schets uit 1928 van het gedeelte dat ons interesseert. De ligging van het nieuwe "keukengebouw en aanhorigheden" (het gearceerd deel) wordt hier aangeduid, getekend overheen de bestaande toestand. Het is duidelijk dat weer een aantal annexen zullen gesloopt worden.

Het is een van de weinige plannen waar de namen van de dan bestaande annexen voorkomen. Op het kleine formaat van het plan hiernaast zijn de namen niet te lezen.

Het gebouw haaks op de reie:
Wasserij, Machien, Bakkerij (en droogplaats)

Gebouwtjes langs de Reie:
kolenopslagplaats, oven, stookplaats.

Gebouwen langs de Zonnekemeers:
achterpoort (het koetshuis), stallen, hangar,schrijnwerkerij en materialen, zwijnenstal, bergplaats.

Bemerk dat het koetshuis hier vermeld wordt als achterpoort, daarom wordt het koetshuis ook soms poortgebouw genoemd.

 

Wat is er verwezenlijkt geworden in verband met het "Keukengebouw, wasserij en aangehorigheden"

Hiernaast een plan met de toestand rond 1950 van een deel van het domein Sin-Jan waaruit blijkt dat omwille van "het keukengebouw" enkele annexen zijn verplaatst naar de percelen aangekocht van de familie D'Heere in 1895. Onder andere die percelen hebben de aanleg mogelijk gemaakt van de verbindingsweg naar de Minnewaterkliniek ( we lopen hier wat vooruit, zie verder ).

Het koetshuis is verlengd en het stook- en waskot zijn onmiddellijk achter het koetshuis gebouwd. Langs de Reie is "het keukengebouw met aanhorigheden" uit 1932 nog dominant aanwezig.
(dit plan werd gebruikt voor een latere studie in de jaren na 1970 voor de zoektocht naar parkingplaatsen , vandaar de schetslijnen) (zie verder )

Een zicht op de westgevel van het "keukengebouw, wasserij en aangehorigheden" in 1939 (beeldbank Brugge).

Hieronder 2 foto's die de verlenging van het koetshuis tonen en daarachter het waskot met de hoge schoorsteen . De foto rechts toont op de achtergrond nog een glimp van het nieuwe complex langs de Reie.

 

In de jaren 1930 wil Dr Sebrechts een chirurgische afdeling inrichten in het Gasthuis Sint-Antonius van de zusters van Liefde in de Gasthuisstraat (thans de Dr Joseph Sebrechtsstraat). Daartoe moet ook een snelle verbindingsweg aangelegd worden tussen het Sint-Janshospitaal en het Gasthuis. (zie de webpagina: "Zonnekemeers , viaduct en poortgebouw" klik hier om onmiddellijk op de pagina te komen)

 

Hiernaast wordt het tracé van de verbindingsweg getoond. In het eerste gedeelte ondergaat vooral het Wevershof een ingrijpende wijziging. In de omgeving van het koetshuis worden alleen de annexen, die aan de westkant van de voormalige boomgaard van de familie D'Heere gebouwd zijn, aangepast.

Vóór de aanleg van de verbindingsweg was het koetshuis de enige doorgang naar de Zonnekemeers. De aanleg van de verbindingsweg heeft geen noemenswaardige wijzigingen veroorzaakt aan het koetshuis, zijn omgeving en annexen. Dat zal min of meer zo blijven tot de verhuis van het hospitaal naar Sint-Pieters in 1976. Die omgeving zal later volledig afgebroken behalve het beschermde koetsgebouw (zie verder). Ondertussen tonen enkele foto's hoe deze omgeving er uitzag tot rond 1976.

De luchtfoto van rond 1968 toont de situatie op het zuidelijk deel van het Sint-Janshospitaal met de talud van de oprit naar de viaduct en het poortgebouw over de Zonnekemeers. Het grote gebouw onderaan in het midden is het zogenaamde "Keukengebouw, wasserij en aanhorigheden". Het koetshuis bevindt zich helemaal links op de foto met de puntgevel van de aanbouw achter het koetshuis en verder het was- en stookkot met de schoorsteen. De gebouwen van de vroegere stallingen, ten westen van het koetshuis en parallel aan de straat, ziijn nu werk- en bergplaatsen. Aan de andere kant van de oprit werden de huisjes van de Zonnekemers gesloopt en vervangen door de ingang voor de ruime autoparking.

Op de foto hiernaast ziet u op de voorgrond een deel van de de oprit; helemaal links een travée van het keukengebouw, wasserij en aanhorigheden; daarnaast het was- en stookkot met schoorsteen; rechts ervan de aanbouw met puntgevel onmiddelijk aan het koetshuis

Op de foto hieronder ziet u de oude stallingen met links ervan de aanbouw met de puntgevel onmiddelijk achter het koetshuis, en op de achtergrond het dak van de Zonnekemeers 1 (toonzalen meubelen Claeys) en wat verder de giek van de eest van de brouwerij de Halve Maan. Helemaal links bevindt zich het keukengebouw , wasserij en aanhorigheden. In dat gebouw, naar het klooster toe, bevindt zich ook het noviciaat en de pandgang voor de zusters tussen klooster en ziekenzalen. Op de verdieping waren de slaapzalen voor de zusters.

 

Het hoge gebouw met puntgevel hier rechts herkennen we van de foto's hierboven als de aanbouw in de achtergevel van het koetshuis, waar de telefonie centrale van die tijd zich bevindt (zie de kabels aan de gevel). Links bevindt zich het was- en stookhuis met de schoorsteen.

Het wagentje op de foto rechts wordt gebruikt voor intern vervoer vooral de maaltijden bedéling. Het wordt door het personeel de Spieker genoemd (naar de naam van de leverancier). Het wagentje is een van de eerste met batterij, maar door de geringe kracht kan het de helling van de verbindingsweg met de Minnewaterkliniek niet op en moet het via de Oostmeers , een hobbelige kasseiweg, hotsen naar de kliniek.
(foto beeldbank Brugge)

Rechts van de aanbouw aan het koets- en telefoniehuis bevinden zich de bergplaatsen en ateliers (voormalige stallen).

Links zien we weer de stallen en de oprit van de verbindingsweg , ditmaal in de sneeuw

Tussen de stallingen en de oprit zijn er nog annexen als opslagplaats voor de OCMW en als boerderij voor varkens en andere. die we beter kunnen onderscheiden op de foto hieronder. Het is langs gebouw met een dwarsvleugel. Op de luchtfoto hoger is de ligging van die gebouwtjes onmiddellijk naast de oprit goed te herkennen.

 

Aanpassen van de voorgevel van het koetshuis aan de opgelegde rooilijn voor de Zonnekemeers volgens het KB van 1883.

Men heeft geprofiteerd van de bouwperiodes rond de verbindingsweg sinds 1936 en de sloop voor de bouw van het Kunstencentrum in 1991 (zie verder) om uiteindelijk de ooilijn aan te passen.

Van onder de viaduct over de Zonnekemeers in de oostelijke richting is er de muur met advertenties en verder in het verlengde het hoge dak van het koetshuis. De gevelvleugels van het het koetshuis tekenen zich zwaar af . Ook hier valt het op dat de nog bestaande rooilijn van de muur en het koetshuis niet meer kloppen met de nieuwe in 1883 voorgeschreven rooilijn die al toegepast is op de viaduct. Ze zullen dus moeten aangepast worden.

Hieronder diezelfde muur gezien vanonder de viaduct in opbouw maar nu in de richting van de Oostmeers, let ook nog op de bestaande huisjes die nog op de bestaande rooilijn staan en ook zullen afgebroken worden.

Bij alle vergunningsaanvragen sinds 1883 wordt telkens gesteld dat de oude rooilijn dient aangepast te worden. Dat gebeurde al voor de verpleegsteroppasterschool en het poortgebouw van de verbindingsweg aan de noordzijde van de straat.
(zie in het menu: erfgoedpanden, beschrijving 1, Zonnekemeers, viaduct en poortgebouw of klik hier om onmiddellijk op de pagina te komen)(zie ook Oud Sint-jan, Sint-Janverpleegsteroppasterschool, Zonnekemeeers 18-20, bouwgeschiedenis of klik hier ).

Hieronder een kadastrale schets van de detail ter hoogte van het koetshuis met de bestaande rooilijn (de zwarte lijn) en de rooilijn volgens KB.1883 (de blauwe rechte lijn)

Het doel van de opgelegde rooilijn is het verbreden van de Zonnekemeers. Dit heeft tot gevolg dat ook de gevel van het Koetshuis zal moeten afgebroken worden. . Waarschijnlijk wegens de bescherming van de ganse site van het Sint-Janhospitaal, inclusief het koetshuis(zie verder) werd in 1942 een aanvraag gericht om de rooilijn 1883 voor het koetshuis aan te passen (zie rode lijn van de gekleurde zone op de detailschets) zodat de voorgevel van het koetshuis kan blijven bestaan. Dit plan wordt voorlopig goedgekeurd op 28 augustus1942 door het college van burgemeester Devroe en schepenen (CBS). (zie verder: merk op dat het woord "voorlopig" en de datum werden aangepast, wanneer? en waarom?). In ieder gevel werd de goedkeuring door een beslissing van het Commissariaat Generaal volgens een mededeling van 15-12-42 verworpen. Daarop besliste het CBS op 5-2-43 het dossier te classeren. Pas in 1967 wordt beslist de typische voorgevel van het koetshuis af te breken om te voldoen aan de rooilijn 1883 , samen met het verplaatsen van de bijhorende muur.

De opdracht werd toevertrouwd aan arch. Jos Priem. Hieronder het eerste ontwerp . Links van het koetshuis bevond zich een kabine voor het gas. Alleen de muur en het linker gedeelte van de voorgevel volgen de rooilijn 1883. Het grondplan duidt met een stippellijn aan dat alleen de linkervleugel vervangen wordt terwijl de rechtervleugel behouden blijft om glooiend over te gaan naar de Walbrug toe. De rest van het koetshuis met het wolfsdak en de vensters blijven behouden.

Blijkbaar blijft de eis bestaan om de rooilijn 1883 door te trekken tot aan de reie. Tenslotte is een tweede ontwerp met het afbreken van de gevelvkeugels in 1969 goedgekeurd. Het wolfsdak verdwijnt en de voorgevel wordt aangepast met een puntgevel zoals we die thans nog kennen..

In het jaar 1976 verhuist het Sint-Janshospitaal naar Sint-Pieters

In de aanloop daarnaar toe verkoopt de Commissie van Openbare Onderstand, waarvan Sint-Jan deel vanuit maakt, de ganse site in april 1973, inclusief het koetshuis, aan de stad onder burgemeester Michel Van Maele. De verkoopakte stipuleert o.a. dat de stad die site niet kan verkopen, ook niet gedeeltelijk en dat ze die uitsluitend kan aanwenden voor openbaar nut. De geklasseerde gebouwen mogen niet afgebroken worden.

De achtergebleven negentiende-eeuwse gebouwen en een aantal recente bijgebouwen, staan dan al geruime tijd leeg. Het stadsbestuur onder de in 1976 benoemde burgemeester Frank Van Acker (1977-1992), heeft de intentie alles te slopen en plaats te maken voor de bouw van een grootschalig hotel.

 

 

Dit blijkt echter onmogelijk toen de vaststelling werd gemaakt dat niet alleen de middeleeuwse gebouwen maar het hele kadastraal perceel C-1610 in 1942 als monument beschermd is, (dit is het omlijnde gebied op het kadasterplan hiernaast) De oorlogsbeslissing is in 1949 door een regentsbesluit bekrachtigd. Herhaalde aanvragen bij opeenvolgende bevoegde ministers, om de meer recente gebouwen, met inbegrip van de negentiende-eeuwse, aan de bescherming te onttrekken, botsten op het ongunstig advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, dat telkens door deze ministers werd gevolgd.

In 1984 laat de staat via ir Soens weten geinteresseerd te zijn in het kopen van de site voor een administratief centrum. Een van de voorwaarden is dat alle gebouwen die niet behoren tot de oorspronkelijke 19de eeuwse en middeleeuwse constructies gesloopt zouden worden. Merk op dat het koetshuis behoort tot de 19de eeuwse gebouwen.

De Dienst Ruimtelijke Ordening maakt bezwaren en stelde een aantal uitgangspunten waaraan de bestemmingsprojecten moeten voldoen o.a. dat de site moet voorbehouden worden voor culturele en aanverwante activiteiten. Bovendien kan de stad gezien de koopakte van 1973 de site of delen ervan niet verkopen en moeten de beschermde gebouwen behouden blijven.

Aangezien verdere evolutie in de ingeslagen weg onmogelijk was, beslist het stadsbestuur in 1989 de gebouwen in erfpacht te geven voor 66 jaar met mogelijke verlenging van 33 jaar aan een naamloze vennootschap "Kunstencentrum Sint-Jan". Na enige tijd wordt die vennootschap doorverkocht en wordt de erfpacht overgenomen door een groep die zich had gevormd rond de persoon van de voormalige burgemeester Michel Van Maele. De voorwaarden van de erfpacht zijn o.a. dat de NV de realisatie en de bestendige exploitatie van een kunstencentrum op zich neemt en dat geen andere bestemming mag gegeven worden. Een onvervreemdbare erfdienstbaarheid van doorgang naar de naastliggende stadseigendommen wordt gevestigd. Het gepachte domein is beschermd en de onderhoudswerken vallen ten laste en verantwoordelijkheid van de pachter (dus inclusief het koetshuis). Er mogen geen winkels of andere commerciële constructies gebouwd worden langs de Zonnekemeers. Eventuele nieuwbouw aan de kant van de Zonnekemeers kan niet worden toegestaan zonder herziening van de pachtovereenkomst.

 

Het omlijnde gedeelte is het pachtdomein, het koetshuis bevindt zich rechts midden..

Enkele jaren later wordt ook het poortgebouw van de viaduct over de Zonnekemeers toegevoegd aan de erfpacht zone.

De nodige vergunningen worden ditmaal zonder probleem in de zitting van 26 oktober 1991 nog onder burgemeeste Frank Vanacker goedgekeurd. Alle twintig-eeuwse uitbreidingen en prefab gebouwen worden gesloopt. Alleen de negentiende eeuwse gebouwen blijven overeind en blijken nog in constructief stevige toestand te verkeren. Een grondige opknapbeurt naar ontwerp van architect Pol Salens (Brugge) vindt plaats. Na sloping van het recente kloostergedeelte (de geslonken kloostergemeenschap had voldoende met de historische kloostergebouwen) werd een inham van de Reie gecreëerd. De inham moet een herinnering verbeelden aan de oude Reiearm. Het in 1942 beschermde koetshuis blijft behouden als beschermd monument uit de 19de eeuw. De 20 eeuwse aanbouw achter het koetshuis en annexen worden gesloopt. Het koetshuis krijgt een nieuwe achtergevel in de stijl van de ziekenzalen en de vensters langs de Reie worden vergroot.

De bestaande toestand van de reiegevel

De ontworpen toestand : de achterkant, de doorsnede en de westgevel. De uitvoering van de westgevel met 2 vensters en 2 dakkapellen is niet uitgevoerd.

De ontworpen reiegevel met de uitvergrote vensters en de sierlijke metalen ballustrades

In 2005 wordt de erfpachtakte hernieuwd aanvangend in 2005 en eindigend in 2102. De NV Kunsten centrum is van naam veranderd naar SEC@Bruges in 2003. Een kunst-, historisch- en toeristisch cantrum zal opgericht en bestendig exploiteerd worden. Geen andere bestemming mag eraan gegeven worden. Voor het overige is deze akte tamelijk analoog aan de vorige. Het koetshuis blijft een doorgang voor voetgangers.

Door meningsverschillen onder de voornaamste aandeelhouders, wordt, na het overlijden van Michel Van Maele, de meerderheid van de aandelen overgedragen aan een filiaal van de Spaanse multinationale groep Aspro Ocio die ook het Boudewijnpark heeft overgenomen. De oorspronkelijke doelstelling om er een cultuur- en congrescentrum te ontwikkelen, werd niet helemaal ingelost. Het maatschappelijk doel van de Spaanse eigenaars gaat veel verder dan wat toegelaten is in de erfpachtakte. De gebouwen krijgen ook een commerciële invulling. De tentoonstellingen (tijdelijk of permanent) die er worden georganiseerd, hebben vooral betrekking op grafisch werk van Spaanse kunstenaars. In 2008 wordt de naam nogmaals veranderd in "Site Oud Sint-Jan"

In 2007 wil de groep Museum of History (MOH) nv op het open terrein tussen de ziekenzalen , de Zonnekemeers en de voormalige materniteit in de Oostmeers een grote constructie bouwen voor een digitale projectie over de geschiedenis van Brugge en met andere commerciële activiteiten.

De enorme rotatieparking van 7 verdiepingen onder de grond en het megalomane karakter van het MOH. De bijna sacrale en ingetogen sfeer van de site met eeuwenlange verzorging en medische opleiding zou verbroken worden. Al die elementen hebben het project gekelderd. De poging om het koetshuis te declasseren voor sloping was er ook teveel aan. De initiatiefnemers zijn echter gelukkig om hun project nu verwezenlijkt te zien op de grote markt in Brugge onder naam "Historium". In ieder geval is het historische en beeldbepalende koetshuis gered van de deklassering en sloping.

Na al die veranderingen van de jaren 1990 ziet de site op een luchtfoto op het einde van de 20ste eeuw er thans zo uit. Zie het koetshuis in het midden onderaan. De stallingen, de annexen, de verbindingdsweg behalve het viaductgebouw over de Zonnekemeers zijn gesloopt. De toegevoegde traveeën achter het koetshuis, het stook- en waskot en het keukengebouw met de aanhorigheden zijn eveneens gesloopt. In de plaats ervan is er een inham van de Reie gekomen op de plaats van het voormalige "keukengebouw en aanhorigheden" als herinnering aan de gedempte Reiearm.

Heden maakt het koetshuis nog altijd deel uit van de beschermde site nv Oud Sint-Jan" onder het erpachtcontract . Het dient als toegang tot de site voor voetgangers en toeristen en doorgang naar het centrum. Het koetshuis langs de Reie is zeer beeldbepalend.

Thans is er een kunstgalerij gevestigd van juwelen ontworpen door Kathleen Claerhout en beelden ontworpen door Marc Claerhout.

 

Deze flinke poortwachter heet u welkom om een kijkje te nemen binnen in het koetshuis dat een hele geschiedenis achter de rug heeft zoals verteld in deze webpagina..

 

binnenzicht gericht naar de achterzijde van het koetshuis

 

Door een van de venster met de sierlijke ballustrade aan de Reiezijde is er een prachtig uitzicht op de achterzijde van het Godhuis 'Le Maire"aan het Walplein, stichting van 1910.

 

 

Behalve een toonzaal voor beelden is er ook een atelier en etalage voor sierjuwelen. Het atelier is gericht naar de vensters van de achtergevel

We eindigen met een avondlijke sfeerbeeld vanuit het koetshuis op de overgang van 2019 naar 2020