De wezenschool Sint-Vincentius a Paolo, Wijngaardplein, Brugge.
De bouwgeschiedenis tot 1900

De situering

Ligging op de huidige percelenkaart: de voormalige Wezenschool van de Dochters van Liefde van Sint-Vincentius a Paulo is gelegen tussen het Wijngaardplein, de Arsenaalstraat en de Noordstraat. Op de kaart hieronder is de site van de school aangeduid met het cijfer 1. Nu is de site ingenomen door de vzw Binnenstad, een organisatie voor jeugdzorg van de stad Brugge.

 
 

Hierboven ziet u een foto van de Wijngaarplaats met de wezenschool aan de linkerkant, rechts ervan het Bakkersreitje dan het Julius Sabbe pleintje, en rechts daarvan het sashuis en helemaal rechts een glimp van het Begijnhof.
Hieronder ziet u de huidige gevels van de wezenschool

De huidige gevel links is gebouwd in 1856,
boven de linkse poort is de datum 1851 aangebracht, boven de rechtse 1857

De huidige hoge gevel rechts is gebouwd rond 1882

De voorgeschiedenis van de Wezenschool:

Hieronder ziet u een kadasterkaart uit 1831 van de omgeving : op de site waar later de Wezenschool zal opgericht worden bevonden zich nog talrijke kleinere percelen. Ten zuiden van de huisjes ligt er een stadsgracht(grijsgroen gekleurd) die doorloopt tot in het terrein van de Stedelijke Academie (blauw ingekleurd). Ten zuiden van de stadsgracht ligt de Arsenaalstraat.

Middenboven linksbuigend bevindt zich de straat naar het Walplein waar tegenover rechts schuinlopend de Noordstraat zich bevindt. Op het einde van de Noordstraat bevindt zich de Academie. In de Noordstraat binnen de blauwgekleurde perceeltjes bevinst zich het Godshuis De Vos. Ten zuiden van de stadsgracht ligt een onbebouwd erf waar zich nu de SNT school bevindt: De Stedelijk Nijverheid school en Taalleergangen voor volwassenen.

Middenboven: rechts doorlopend : de Wijngaardstraat, links doorlopend dezelfde straat naar de Wijngaardplaats. Bemerk dat rooilijn van de huisjes op Wijngaardplaats zeer gebogen is. Links van de Wijngaardplaats bevindt zich het Begijnhof, waarlangs de Reie loopt.

Onderaan links is de huidige toestand gans anders. Er bevond zich tussen het Minnewater en de Reie 2 sassen : onderaan links het nu nog bestaand Sashuis met de ophaalschotten om het waterpeil van de ringvaart af te scheiden van het waterpeil van de binnenreien. Daar rechts van had je het sas van Gent dat de binnenschippers toeliet om hun schepen te versassen van de ringvaart naar de binnenreien. De saskom bevond zich tussen de Reie en het Bakkersreitje onderaan rechts en waar nu het Sabbepleintje ligt.

 

Op deze foto uit 1844, een van de oudste van Brugge, zien we de situatie van de beide sassen vanuit het Minnewater: links het sashuis en rechts het sas van Gent onder de boog van het huis rechts. Tussen de 2 sassen ligt de aanlegsteiger voor de Bargeboot naar Gent. (J.Rau , een eeuw Brugge deel 1)

 

De bouwfases

Hieronder de kadasterkaart van Popp uit 1854. De school werd in meerdere fases gebouwd vnl. in 1856, 1857 , 1863 , 1882, 1905 en 1908. De turkooise contouren tonen de omtrek van het huidige pand. Het kadaster kaartje uit 1854 toont het het begin in 1851 van ons verhaal met het pand C-940 en het erf C-941 dat toen begon als de "école gardienne d'Hanins de Moerkerke-De Bie". Sindsdien is een hele weg afgelegd tot de huidige site binnen de turkooise contouren van de " Binnenstad vzw".

Er zijn 4 bouwfases te onderscheiden, elk met hun eigen geschiedenis:

voor 1900:

1- de donatie d'Hanins de Moerkerke-De Bie: het huis (kadasternr C-941, huisnr C10/32) en het erf (C- 940)
2- de donatie de Laage de Bellefaye: het huis (C-942, huisnr C10/31)) en het huis met erf (C-943) van de familie Ryelandt Louis Bernard
3- de eigendom van de familie Reylandt Louis Bernard: het huis met erf (C - 944) en het huis en erf (C-945)

na 1900:

4- de eigendom van de Stedlijke Academie, de voormalige Bogardenschool : het erf (C- 927)

 

1. Het begin in 1851: de donatie Louis d'Hanins de Moerkerke- De Bie
Het huis C-941 en tuin en tuingebouw C-940

Kennismaking met enkele leden van de familie d'Hanins de Moerkerke

Het verhaal van de familie begint met Yves d'Hanins die luitenant was bij de Waalse troepen bij het hof van Keizer Karel.

Philippe d'Hanins (1653-1710) werd in 1699 in de adelstand verheven, hij was schepen van het Brugse Vrije en trouwde met Adrienne de la Villette, dame van Moerkerke. Van dan af voerde de familie in hun naam "de Moerkerke".

Aquila d'Hanins de Moerkerke (1805-1869) werd luitenant-generaal van het Belgisch leger. De familie kreeg het officiële recht om "de Moerkerke" aan hun naam toe te voegen en zijn adellijke titel werd erfelijk.

Pierre Jacques d'Hanins de Moerkerke (1747-1806) trouwde met Claire Dirickx de Bretel . Hij was degene die het herenhuis aan de Coupure liet bouwen rond 1770.

Louis Jacques (1780-1852), zoon van Pierre Jacques, werd schepen van
Brugge en in 1830 commandant van de burgerwacht. Hij trouwde met Marie Angelique De Bie (1790-1855). Hij werd
in 1816 in de adelstand verheven en mocht in 1824 "de Moerkerke " officiëel aan zijn naam toevoegen. Het huwelijk bleef kinderloos.

Hierboven het kasteel van Moerkerke dat .enkele eeuwen in het bezit was van de familie d'Hanins de Moerkerke

Honoré d'Hanins de Moerkerke,
een broer van Louis (1788-1861), was voorzitter van de Commissie der Burgelijke Godshuizen (CBG) en burgemeester van Moerkerke. Hij trouwde met Anne Cathérine de Deurwaerder (1784- 1857)

 

 

 

In 1851 schonk het echtpaar Louis d'Hanins de Moerkerke-De Bie hun huis en aanhorigheden met kadasternr C-941 (woonhuis)en C-940(tuingebouw en tuin) met huisnr C10-32 aan de Commissie der Burgerlijke Godshuizen (CBG) om er een bewaarschool in te richten onder leiding van het Beschermcomité van de Bewaarscholen.

 

 

Oorsprong van de eigendom van Louis d'Hanins de Moerke C-941 en C-940:

In 1580 was het perceel C-941 eigendom van een zekere Aernout Negheman. Het had een poortje (dat nu nog bestaat) met een straatje dat links naar de achterkant van het huis liep.

In 1696 werd het perceel C-940 toegevoegd aan C-941. C-940 bevatte stallingen, een brouwerij, grond en een achterhuis (toen lusthuis of tuinhuis genoemd) met een poortje dat uitgaf aan het Boogaertstraetken (nu de Noordstraat) dat leidde naar de Bogardenschool. Aan de zuidzijde paalde het aan het Fonteynstraetjen ( de huidige Arsenaalstraat, de brug over het Bakkersreitje noemde toen de Fonteinebrug, aan het westeinde van de straat lag het stadarsenaal). In datzelfde jaar werd C-941 en C-940 verkocht aan Christiaen De Vos.

 

Christiaen De Vos stichtte in 1713 het godshuis De Vos in het deel van C-940 palend aan de Noordstraat.

Hiernaast het interieur van de kapel van het Godshuis "De Vos" in de Noordstraat, dat o.a. door vele toeristen bezocht wordt. Zijn naam komt ook voor op het antependium van het altaar.

Hieronder links ziet u het godshuis met op de achtergrond een glimp van de gebouwen van het Wezenhuis. Op de foto rechts: Christiaen De Vos had voorzien in zijn stichtingsakte dat hij vanuit zijn erf toegang bleef hebben tot de Noordstraat en tot het Godshuis.

In 1790 kocht Willem Bouvy-Van Heule de percelen C-941 en C-940. Willem Bouvy is de vader van Anne Bouvy, de vrouw van Willem Van Strate. Willem Van Strate zijn we tegengekomen in verband met het "Wevershof" in de Zonnekemeers ( klik hier om direct op de webpagina van het Wevershof te komen) en in verband met het werkmansbeluik "Verstraete" in de Oostmeers : het huidige "Meersenhuis".

De weduwe van Willem Pierre Bouvy, Francisca Van Heule, verkocht in 1840 de eigendommen aan Jacob Piessens-Desouter, fabrikant van lijnwaad. De weduwe van Jacobus Piessens, Marie Desouter verkocht in 1846 de percelen, woonhuis en lusthof met tuin, aan Joseph Delepierre-Napier, advocaat en secretaris van de ambassade in London. Joseph Delepierre verkoopt het geheel aan Edouard Mamet- Van Heerswinckele, die op zijn beurt de percelen in 1847 verkocht aan Louis d' Hanins de Moerkerke-De Bie, grondeigenaar. De familie d' Hanins de Moerkerke woonde er niet, zij woonde in de Mariastraat.

Het is die koop en de daaropvolgende schenking die aan de basis ligt van de beeldbepalende Wezenschool op de Wijngaardplaats en van de werking van de Dochters van Liefde van Sint-Vincentius a Paolo.

In 1851 schenkt het echtpaar Louis d'Hanins de Moerkerke en zijn echtgenote Marie Thérèse De Bie in een akte verleden bij de notaris Van Elslande het huis C-941 en het domein C-940 aan de Commissie der Burgelijke Godshuizen (CBG) met als doel een bewaarschool op te richten. Marie Thérèse De Bie was voorzitster van het Beschermcomité van de Bewaarscholen opgericht in 1844 door E.H. Carton. De werking kon maar beginnen na de acceptatie door CBG en zoals wettelijk voorzien ook door de minister van Justitie. Voor de werking werd de Congregatie van Sint-Vincentius a Paolo (ook de Dochters van Liefde, "Filles de la Charité" genoemd) aangezocht. De Dochters van Liefde en hun werking werden betaald door het Beschermcomité van de bewaarscholen en door het Bureau van Weldadigheid. De schenking (donatie) had nog heelwat voeten in de aarde. Pas in 1852 konden de Dochters van Liefde met de werking van de bewaarschool beginnen. Er volgden ook enkele legaten van Louis d'Hanins en Marie Térèse De Bie . De legaten moesten ook dienen voor de werking van de school en voor het zieleheil van de schenkers.
We behandelen de schenking, de legaten en de geschiedenis ervan in een aparte webpagina: "Wijngaardplaats , de donatie d'Hanins de Moerkerke en de Laage de Bellefaye, de schoolstrijd van de jaren 1880" of klik hier om direct op de pagina te komen.

 

2. De uitbreiding met een wezenschool in 1857: de donatie Auguste de Laage de Bellefaye. Het huis C-942, huisnr C10-31

De Familie Auguste de Laage de Bellefaye

Auguste Marie Clémént de Laage de Bellefaye is afkomstig uit een oude Franse adellijke familie in Noord Frankrijk.( °1821 Saint-Omer- +1907 Sint-Andries). Hij was luitenant in het Franse leger. Hij trouwde met Léonie Marie de Man d'Attendode (1828-1888). Ze hadden 1 zoon Edmond (1857-1936) en 3 dochters (Clémentine, Clothilde en Marie).

De familie De Man was afkomstig van Veurne en sterk verbonden met Varsenare. Ze verloren hun adellijke titel na de Franse revolutie en vroegen het nadien nooit meer aan. De vader van Léonie, Edmond De Man, (Brugge 1803-1868) was een vroom man en deed veel goede werken. Hij woonde in Varsenare (kasteel de Blauwe Torre). In de winter woonde hij in de Hoogstraat te Brugge.
Een halfbroer van Léonie, Alfred De Man (1834-1822) vestigde zich permanent in Varsenare en trouwde met Léonie Van Caloen de Basseghem.

de familie Auguste de Laage woonde in Sint-Andries in het kasteel Steentien in de Gistelse steenweg dat hij in 1867 kocht. In de winter woonde hij ook in de Hoogstraat

Auguste was voorzitter van de vereniging van Sint-Vincentius a Paolo en in 1857 lid van de Confrérie van het H.Bloed. Hij zette zich ook in voor het werven pauselijke zouaven voor de verdediging van de pauselijke staten in 1870.

De Dochters van Liefde breidden hun activiteiten stelselmatig uit. In 1854 richtten ze een Wezenschool in. (zie voor de werking van de Dochters van Liefde de webpagina "Wijngaardplaaats, de Wezenschool Sint-Vincentius a Paolo, de Dochters van Liefde " of klik hier om direct op de pagina te komen).
De drijvende kracht was de overste Adelaide Averlant.

De eerste uitbreiding werd verwezenlijkt op het terrein C-942 huisnr C10/31, rechts naast de bewaarschool.

 

hiernaast de toestand van het huis C10/31 volgens de bouwaanvraag in 1829 door Maria David, weduwe van Guilhelmus Neyrinck vóór de verbouwing in 1856.

Via een verdeling vóór 1835 werd Modeste Neyrinck-Gellynck, zaakwaarnemer, eigenaar van het huis. Hij verkoopt het huis met erf aan August de Laage de Bellefaye rond 1855 .

Op 2 mei 1856 doneert Auguste de Laage de Bellefaye het huis C-942, (naast de Bewaarschool) aan de Commissie van de Burgerlijke Godshuizen. Ook deze donatie had heel wat voeten in de aarde. Deze donatie wordt besproken op de webpagina van de donaties ( klik hier om direct op de webpagina te komen).

De voorwaarde van de donatie was o.a. dat de donatie van het pand C-942 als een wezenhuis, met een capaciteit van 40 bedden, geintegreerd zou worden in de werking van de bewaarschool van de Dochters van Liefde van Vincentius a Paolo

.

 

De schenkingsakte werd verleden voor de notaris Joseph Vanderhofstadt op 2 mei 1856. Gezien de datum van de schenking (2 mei 1856) en van de aankoop (1855-1856) en het feit dat het gebouw bestemd werd voor de wezenschool, laat vermoeden dat Auguste de Laage het bestaande pand specifiek kocht ten behoeve van de uitbreiding van de wezenschool en zijn daaropvolgende donatie. Achter deze feiten zit klaarblijkelijk de hand van de Dochters van Liefde van Sint-Vincentius a Paolo en wellicht ook de dames van het Beschermcomité, mogelijk via de vrouw van August de Laage de Bellefaye: Léonie de Man de Attendode. Men mag ook niet vergeten dat Auguste de Laage voorzitter was van de Sint-Vincentius vereniging in Brugge en hij had als beroep advocaat. Als advocaat is hij in de moeilijke jaren die gaan komen de Dochters van Liefde blijven steunen.

De akte van 1856 en latere documenten vemeldden dat het huis C-942, nr C10 /31 op dat moment compleet was gereconstrueerd deels op eigen grond deels op publieke grond (vanwege de rechttrekking van de rooilijn).

We vermoeden dat, van zodra Auguste de Laage het pand in zijn bezit had, hij het bestaande pand liet slopen en met integratie van het pand van de donatie d'Hanins (al of niet met gedeeltelijke sloop) een totaal nieuw neogotisch pand in 1856 liet bouwen, in samen werking met de Dochters van Liefde en het CBG. Op dat moment was Honoré d'Hanins de Moerkerke, broer van Louis, voorzitter van de CBG. Louis was in 1852 gestorven en Marie De Bie in 1855.

Het vermoeden wordt des te meer ondersteund door het feit dat het nieuwe gebouw een eenheidsconstructie is die de percelen C-941 van de d'Hanins donatie en C-942 van de de Laage donatie verbindt. Het was ook de uitdrukkelijke wens van Auguste de Laage dat de beide donaties een geheel zouden vormen. Het beeld van Sint-Vincentius a Paolo duidt ook op een latere bouwdatum dan 1851, zoals vermeld boven de poortingang, aangezien pas in 1852 de Dochters van Liefde van Sint-Vincentius a Paolo de werking van de Bewaarschool op zich namen.
Het daarbij gelijktijdig rechttrekken tot de nieuwe rooilijn voor beide percelen laat geen twijfel meer over dat de nieuwe constructie van 1856 op het samenvoegen van beide vroegere panden wijst, dus inclusief de donatie d'Hanins. Zie een foto uit 1900 van het nieuwe gebouw hieronder.

Een bouwvergunning hebben we tot nog toe niet gevonden in de archieven noch de naam van de architect; wel de data 1851 boven de linker ingangspoort en 1857 boven de rechter. We vermoeden dat 1857 een herinneringsdatum is aan de schenking van de Laage of de inhuldigingsdatum van het nieuwe gebouw en dat 1851 eveneens een herinneringsdatum is aan de start met de eerste schenking. Het kadaster registreerde pas na 1963 de CBG als eigenaar in plaats van Auguste de Laage. Dat leek een beetje voorbarig want August de Laage herriep zijn donatie in 1881. De strubbelingen van die tijd met de liberale gouverneur Heyvaert zullen daar wel niet vreemd aan zijn. (zie verdere informatie in het hoofdstuk van de donaties of klik hier om direct op de pagina te komen).

De vraag kan gesteld worden hoe dit nieuwe gebouw gefinancierd is geworden. Koen Rotsaert vermeld in zijn boek "Brugge op de Schoolbanken dat "de drijvende kracht achter deze stichtingen de zuster- overste Adelaïde Avelant was, die de nodige geldmiddelen wist bijeen te bedelen om de gebouwenbestand op het Wijngaardplein uit te breiden"

Het huis C-943 huisnr C10/30

Een tweede uitbreiding vormde het perceel C-943. In 1857 zijn Ryelandt -Van Naemen en Marlier Maria (begijn) eigenaars van dit perceel C-943a. (voor de beschrijving van de familie Ryelandt en het verband met de familie Marlier zie hier verder deel 3, "uitbreiding in 1882" ). Ernest Marlier was lid van de raad van bestuur vande CBG.
Het bestaande huis wordt totaal omgebouwd. Zie het plan van de nieuwe gevel bij de bouwaanvraag uit 1857 hieronder. C-943a wordt C-943b

Het grondplan duidt erop dat de rooilijn van C-940 en
C-942 verder is doorgetrokken naar het perceel C-943. Naast die poort ligt het perceel C-945 waar op dat
moment Pieter Vanden Berghe eigenaar is. Het voorhuis
van C-944 werd ingepalmd door de buur Vandenberghe.
Bemerk de oude schuine rooilijn van het perceel C-944
en C-945. Van het perceel C-944 bleef alleen een poort over tussen C-943 en C-945.(zie plan hierboven) . Die poort leidde naar het erf van C-944 (zie verder)

 

 

In augustus 1857 werd aan de familie Ryelandt-Van Naemen vergunning verleend om een nieuw gebouw op te richten in de zelfde stijl als de pas afgewerkte Wezenschool ernaast maar eenvoudiger.

De architect is niet vermeld op het plan. Sommige teksten vermelden Eugène Carpentier als architect, maar we vonden tot nog toe geen bevesting ervan. arch. Carpentier vestigde zich te Brugge in 1852 en verliet Brugge in 1856 om zich definitief in Belloeil te vestigen. De plannen van de bouwaanvraag werden opgesteld in 1857.

De eigenaar die het huis liet bouwen was de familie Reylandt -Van Naemen . (onder de schaalaanduiding is geschreven dat een dubbel verstuurd werd naar " la supérieure des soeurs de Vincent a Paulo". De Dochters werden dus zeker betrokken. De verbouwing gebeurde hoogstwaarschijnlijk in functie van de werking van de Dochters)

De Dochters huurden het nieuwe huis voor hun uitdeinende activiteiten.

In 1868 werd in het Kadaster geregistreerd dat het huis omgevormd is naar een school .

 

   

De situatie volgens het kadasterplan in 1863. (Kadasterarchief boek 207, 1863)
Uiteraard moest er ook een kapel komen. (die nu nog bestaat maar omgevormd tot polyvalente zaal). De snelle uitbreiding van het aantal wezen vergde nog andere verbouwingen wat wordt weergegeven in de kaart van 1863 hieronder .

 

De CBG breidde het perceel C-940 uit met een achtergebouw van de eigenaars van perceel C-939. Het uitgebreide "lusthuis" C-940 (tuingebouw) werd de bewaarschool C-940b (waarschijnlijk ook als opvang tijdens de bouwwerken in 1856-1857)

de tuin C-940 werd 940a

het huis C-941 werd het Wezenhuis C-941a.

De in dezelfde stijl aangebouwde panden op perceel C-942 en C-943 werden door de Dochters van Liefde van Sint-Vincentius gebruikt als uitbreiding van de Wezenschool .

voor het perceel C-944 zie verder

 

De CBG bouwde in 1858 een kapel, deels op C-940 en C-941 en deels op C-942 (donatie de Laage). Dit zal later tijdens de schoolstrijd leiden tot moeilijkheden.
De kapel werd C-940c.

Hiernaast de neogotische kapel links op de foto in de huidige toestand. Ze werd gebouwd naar het ontwerp van J. de Béthune. Rechts op de foto de huidige toestand van de voormalige bewaarschool

 

 

Een binnenzicht van de kapel rond 1900 (foto beeldenbank Brugge). We zien links de OLV met de weldadige medaille (de gespreide handen met de palmen naar voor (de weldadige stralen op de wereld) en links het beeld van Sint-Vicentius a Paolo met kind in de armen (klik hier voor meer uitleg op de webpagina van werking van de Dochters van Liefde). Vooraan 2 Dochters van Liefde met de typische kappen. Wat opvalt zijn de verhoudingsgewijs zeer grote gotische vensters.

 

links de huidige toestand van de voormalige kapel, nu ingericht als polyvalente zaal

In 1874 is er een verdeling in de familie Ryelandt en gaat het eigendom van de school C-943c over naar de zoon Ryelandt-Casier Louis Bernard, advocaat. In 1876 wordt de school C-943c verenigd met C-942a en wordt C-942b. Er is een beperkte reconstructie. (er zijn nu dus 2 eigenaars van de school uitbreiding C-942b: de CBG en Louis Bernard Ryelandt)

In 1879 gaat het deeleigendom C-942b van Louis Bernard over naar de weduwe en kinderen. Louis Bernard stierf in 1877. In 1881 herroept Auguste de Laage zijn donatie van het huis C-942a (zie het hoofdstuk van de donaties, klik hier om direct op de webpagina over de donaties te komen). In 1882 wordt Auguste de Lage terug eigenaar van een deel C-942b samen met de weduwe Louis Bernard Ryelandt .

Hieronder de situatie vóór 1876 die practisch dezelfde is als in 1863, maar met aanduiding van de percelen C-943c en C-944m en C-944n (doorgang naar het ander gedeelte van het erf C-944 (de kaartjes zijn 90° naar links gedraaid, de Wijngaardplaats is nu onderaan). (kadasterarchief doos 207, 1876)

Na 1876 is de toestand verder geëvolueerd, (zie hieronder het kadasterplan uit kadasterarchief doos 207, 1876), de Noordstraat is links boven, de Wijngaardplaats is rechtsonder))

Het bovenste deel: Het godshuis De Vos in de Noordstraat is aangeduid als C-929. De bewaarschool (nu C-940d) is verder uitgebreid. Het erf C-940a is nu samengevoegd met de wezenschool tot C-941b. Er is een gebouw aansluitend op de kapel bijgebouwd.

Het onderste deel: Perceel C-942a werd na 1863 als eigendom van de CBG, geregistreerd volgens de kadastrale legger (kadasterarchief doos 223). C-942a (dus eigendom van de CBG) en C-943c (eigendom van Reyelandt Louis Bernard) werden in 1876 samengevoegd tot C-942b. Na de herbouw van het huis C-943 in 1857 komen C-941b en C-942b nu op dezelfde rooilijn. .

3. Uitbreiding in 1882 met uiteindelijk aankoop door de Dochters van Liefde in 1900

De familie Ryelandt

De familie Ryelandt was een familie van tingieters en kaarsenmakers. Charles Van Reyelandt was apotheker en was burgemeester van Brugge in 1795-1796 tijdens de eerste Franse bezetting. De derde zoon Jacobus (1745-1807) werd ook tingieter en was de vader van Louis Ryelandt (1787-1867). Louis Ryelandt was getrouwd met Rosalie Van Naemen (1802-1871). Hij was vele jaren directeur van het Sint-Juliaansgesticht voor psychiatrische patienten.

Er komt ook een Bernard Ryelandt(1784-1879) getrouwd met Marie-Thérèse Marlier(°1784-?) voor. Ze hadden een dochter Mathilde Isabelle Jacque-Ryelandt. Maria Marlier (als een begijn geregistreerd, schoonzus van Bernard?) komt naar voor als medeeigenares van C-944, C-945 samen met Louis Ryelandt- Van Naemen. Ernest Marlier (fabrikant in verband met het klooster Sarepta) is ook lid van de Raad van Bestuur van de CBG. Ernest Marlier sterft rond 1876. Spelen de familiebanden ook hier een rol voor de verdere uitbreiding van de Wezenschool. In ieder geval waren zij sterk katholiek georienteerd.

De Zoon van Louis Ryelandt nl. Louis Bernard (1841-1877) was getrouwd met Louise Marie Casier (1847-1908). Hij was eerder getrouwd met Ne Canneel.
Zij was de dochter van de Gentse senator Jean Casier. Louis Bernard was advocaat, gemeenteraadslid en provincieraadslid. Hij woonde in de Oude Burg in het huis bekend als "de Halleux". In 1909 werden de 4 zonen van Louis Bernard in de Belgische erfelijke adelstand verheven.

Een van de zonen, Louis Ryelandt (1867--1954) werd advocaat in Brugge en werd voorzitter van C.O.O.
Een andere zoon is de bekende Brugse componist Joseph Ryelandt (1870-1965).

 

Een verdere uitbreiding kon niet uitblijven wegens de het succes van de verscheidene scholen en de bloeiende werking van de Dochters van Liefde. De ogen waren nu gericht op de westelijke hoek aan het Bakkersreitje met de percelen C-944 en C-945.

Het pand C-944 was vóór 1835 een blauwververij van de familie Franciscus Van Loo-Fonteyne en bestond uit een huis en plaats met een blekerij en wasserij. In 1850 werden Looten Louis en Josephus, fabrikanten in garens, de eigenaars van C-944b, huis met plaats en hof, die het doorverkochten aan Carpentier Franciscus, leertouwer . Carpentier verkocht het domein op zijn beurt in 1857 aan Maria Marlier (begijn) en Ryelandt- Van Naemen Louis, die directeur was van het Juliaansgesticht tot 1842.

Het pand C-945 was vóór 1835 eigendom van Jan Holvoet, rentenier. Daana waren er nog verschildene eigenaars waarvan we nog Vandenberghe Pieter vermelden (slachter) die ook vermeld werd op het plan van de bouwaanvraag van 1857 door Louis Ryelandt- Van Naemen voor het huis op C-943. Tenslotte verwierf Isodoor Roose, handelaar, het pand door erfopvolging en verkocht het in 1877 aan Louis Bernard Ryelandt.

Op het kadasterplan van 1851 (zie vroeger in het hoofdstuk 1 "het begin in 1851") wordt op het perceel C-944a een huis met tuin en erf vermeld. Rond 1857 werd het voorhuis van C-944a al geintergreerd in het pand C-945, waardoor alleen een smalle toegang tot de achtergebouwen van C-944c overbleef. (zie de kadasterkaart 1863 hieronder).

Op het kadasterplan van 1863 worden er op C-944c 5 huisjes vermeld: C-944e, f, g, h, j.. , en een huis met erf. Wat de bedoeling was van die huisjes hebben we nog niet kunnen bepalen. Op de bevolkingsregisters vinden we geen huisnrs voor die huisjes, zoals bijv. ook aanvankelijk in het Wevershof). Het geheel heeft veel weg van een beluik (beluiken als binnengebied hadden in het begin geen individuele huisnummers). De voorgaande eigenaar Carpentier was een leerlooier(ook leertouwer, huidevetter genaamd), de vader van Louis Ryelandt was tingieter. Die hoek heeft lange tijd een ambachtelijk karakter gehad (ook slachterij, blauwververij, garenfabricatie..). Het is dus mogelijk dat we hier te maken hebben met een arbeidersbeluik van rond 1854 tot rond 1885. Of hadden de huisjes nog een andere bestemming?

Hieronder het kadaster plan van de situatie vóór 1883 (Kadasterarchief doos 207)

In 1874 was er een verdeling : Ryelandt-Casier wordt eigenaar van de panden op C-944.

Vóór 1876 werd C-944c gesplitst in:
C-944m waarop een school gebouwd werd voor de Dochters en
C-944n dat een smaller erf was voor de 5 huisjes.
Beide percelen hadden een deel van de poort met toegang naar de Wijngaardplaats.

in 1879 worden de weduwe van Louis Ryelandt-Casier en kinderen de eigenaars.

In 1880: C-944m wordt C-944s en C-944 n met de 5 huisjes wordt : C-944r.

   

De de toestand voor 1885 hieronder

 

 

Vóór 1885 werd het voorhuis van C-945 totaal afgebroken


C-945, C-944r en C-944s en de 5 huisjes werden verenigd tot C-945a.

Tot 1882 is de CBG deeleigenaar voor C-942b maar vanaf 1882 is Auguste de Laage weer deeleigenaar wegens de revocatie van zijn donatie in 1881 en voor C-945a zijn Wed Louis Bernard Ryelandt en kinderen de eigenaars.

Hieronder de toestand sinds 1885 (kadaster archief doos 207,1898)

Al vóór 1885 werd C-942b verenigd met C-945a onder het nr C-945b met 2 eigenaars Auguste De Laage de Bellefaye en de weduwe Ryelandt Louis Bernard en kinderen.

De 5 huisjes 944 e,f,g, p en q werden vervangen door een nieuw pand. In 1885 vereniging van C-945b en het nieuwe pand tot C-945c geregistreerd als school.

De stadsgracht werd gedempt maar de lijn van de gracht blijft zichtbaar door een knik met aanslibbing in het Bakkersreitje

De nieuwe rooilijn is nu doorgetrokken tot het Bakkersreitje.

 

De huidige toestand van het gebouw ter vervanging van de 5 huisjes langs het Bakkersreitje gezien van de tuinzijde

De vereniging van de percelen in de hoek tot 1 perceel C-945b had natuurlijk alles van doen met het plan in 1882 van de Dochters van Liefde van de congregatie van Sint-Vincentius a Paolo en hun sponsors om een nieuw groot neogotisch pand te bouwen. Het nieuwe pand verving de drie voormalige panden in de hoek met het Bakkersreitje zoals ze nog bestonden in 1857 (C-943, C-944 en C-945) die nu alle eigendom geworden zijn van de familie Louis Ryelandt. Het pand werd gebouwd door de familie Louis Ryelandt ten behoeve van de Dochters die in 1881 verdreven waren uit de gebouwen die eigendom waren van de CBG. De Dochters huurden in eerste instantie het grote neogotische gebouw.

De plannen voor de bouwaanvraag uit 1882 voor het groot neogotisch schoolgebouw. Hieronder de bestaande toestand in 1882 vóór de verbouwing . Links de gevel van C-942a en C-943, dan de trapgevel van het voorhuis van het voormalig perceel C-944 en tenslotte het hoekhuis C-945.

Hieronder het (geschonden ) plan van de ontworpen gevel langs de Wijngaardplaats: Het pand C-942a uit 1857(donatie de Laage) blijft bestaan de rest (inclusief pand C-943 uit 1857) werd vervangen door het hoge neogotisch gebouw met 8 traveeën . De plannen werden opgemaakt door de bouwkundige J. Vandenheuvel uit Nevele

Hieronder een foto uit 1905

 

Links : de huidige toestand van de achterkant van het grote neogotische gebouw. Wat opvalt is de eenvoudige en symmetrische architectuur eigen aan schoolgebouwen.

In 1898 werd door de de Dochters een werkhuisschool gebouwd in het perceel C-927g en C927h over de voormalige stadsgracht, in de richting van de Arsenaalstraat en dat toebehoorde aan de voormalige Bogarden school. Zie het kadasterplan hieronder. Het Bakkersreitje ligt hier rechts.

 

In 1894 wordt het deel van Auguste De Laage ingekocht door de weduwe Louis Bernard Ryelandt en deelhebbers waardoor ze eigenares werd van het ganse deel C-945c. . In 1898 is er nog een uitbreiding naar C-945d om tenslotte in 1900 verkocht te worden aan Leonie Segers, kloosterlinge (waarschijnlijk de overste) en deelhebsters (Dochters van Sint-Vincentius a Paolo).

zie vervolg op de webpagina "Wijngaardplaats, Wezenschool van Sin-Vincentius a Paolo, bouwgeschiedenis vanaf 1900 of klik hier om onmiddellijk op de pagina te komen.