erfgoedforumbrugge
Blekerijen tussen Westmeers en Capucienenreitje
 

 

De huidige situatie van het domein van de voormalige blekerijen ten oosten van het Capucienenreitje

links op de foto loopt het Capucienenreitje en rechts waar de auto's geparkeerd staan ligt de Westmeers.

Bovenaan ziet u het huis Wetmers nr100 en de aanhorigheden (de plaats van voormalige blekerij-wasserij) en de tuin . Langs de Westmeers staan de rijhuisjes nrs 102-118.

In het midden (vanaf het einde van de tuin) bevinden zich een lange rij garages langs het Capucienenreitje en een kortere rij garages in het midden . De toegangspoort is geïntegreerd in het huis nr 120. Langs de Westmeers heb je vóór de korte rij garages de rij huisjes nrs 122 -130 en verder langs de straat het huis nr 132 en nr 134 met het hoge langsdak.

In het onderste gedeelte van het kaartje zijn er 2 gescheiden zones:
- De zone met de gebouwen (nrs 134 rn 136) en een ervan loopt door tot aan de reie (nr 134).
- de zone waar de voormalige ateliers van de beeldhouwer De Wispelaere waren en nu de residentie nv Walls.

hierna bespreken we elk gedeelte apart

De bouwgeschiedenis van de blekerijen van het gebied ten oosten van het Capucienenreitje

Het hoofdhuis van de blekerij C1571 (nr C6/40) (huidig nr 100), waarin later de blekerij-wasserij Van Sevenant zich vestigt, bestaat al van voor 1790. Voor de ganse 19de eeuw en vóór 1987 vinden we geen verdere wezenlijke bouwaanvragen voor dit huis in het stadsarchief. De foto hieronder dateert van 1988 ter gelegenheid van de restauratie onder leiding van arch. De Love, die grotendeels het originele pand behoudt en restaureert. Het pand bestaat uit 2 gedeelten: het oudste deel evenwijdig met het capucienenreitje (17de eeuw) en een dwarsvleugel (deels 18de, deels 19de eeuw) . De zuidkant van het deel parallel aan het reitje is laat-middeleeuws met renaissance elementen. Karakteristiek zijn de 3 traveën met op gelijkvloers een open galerij met rondbogen ondersteund met Toscaanse zuilen.

Hieronder op de linkse foto ziet u de oudste vleugel die paalt aan de Capucienenrei. Links aan die vleugel werd een soort uitkijktoren gebouwd. Op de rechtse foto heb je een 3D zicht op het complex.

Zie webpagina "blekerij Van Sevenant Edward Oostmeers 100" voor meer informatie over het pand en de familie Van Sevenant, klik hier om direct op de pagina te komen.

Hieronder gaan we verder met de algemene beschrijving van het domein tussen Westmeers en Capucienenreitje.

De kadasterkaart uit 1811 helpt om het domein te situeren: in het midden ligt de Westmeers. Links in het derde pand vanboven bevindt zich het blekershuis C6/40 nu Westmeers nr100, kadasternr C1571 en het latergebouwde huis langs de Westmeers C6/39 kadasternr C1570. Daaronder bevindt zich de bleekweide kadasternr 1572; . De huizen rechts onderaan de linkerkant van de Westmeers horen niet tot het domein van de blekerij. Aan de rechterkant van de Westmeers tegenover het blekershuis C6/40 bevindt zich het werkmansfortje Piessens.

De eerste geregistreerde bleker in het huis C6/40 in 1790 is de wasbleker Rabbaut. Merk op dat hij wasbleker wordt genoemd en geen bleker (laken). Aangezien in die tijd geen laken of linnen voor de burgerij werd gewassen gaat het hier om het bleken van bijenwas voor het gieten van kaarsen. Die soort blekers werden ook wel lichtwasblekers genoemd.

Rond 1800 komt Jacques Horta die "blanchisseur" genoemd wordt. Hij is getrouwd met Jeanne De Koninck. Na hem komt Marc Mouffaert, blanchisseur, getrouwd met Thérèse De Muynck. Hun zoon Frans zet de blekerij verder. Hij trouwt met Marie Franco.

Na 1809 neemt Pierre Samijn (°1736) de blekerij over. Hij trouwt met
Marie Van Vyve (°1745). Hun zoon Josse (Judocus) (°1783) en dochter Cathérine (°1776) zetten de blekerij verder tot 1862. (Het juiste sterfjaar van Josse vinden we niet terug maar dat moet ergens rond 1862 zijn , het jaar waarop de blekerij wordt overgenomen door Jacobus Bossier).

Josse wordt ook wastebleker (van linnen) genoemd wat. Rond die tijd begint immers het bleken van ruwe vlaslinnen achteruit te gaan ten voordele van het chemisch bleken. Blekers schakelen meer en meer over van vlaslinnen naar het bleken en later ook naar het wassen van huishoudelijk linnen .

In 1832 bekomt Josse Samijn de bouwvergunning voor een renovatie van 2 huisjes langs de Westmeers aan de voorkant van hun huis(beide kadasternr C1570), aan de rechterkant van de ingangspoort (horende bij het kadasternnr C1571)en met een uitbreiding van 2 nieuwe huisjes aan de linkerkant ervan. De 2 nieuwe huisjes krijgen het gezamenlijk kadasternr C1572 (onder het perceel C1570)

 

Josse Samijn is blijkbaar in goede doen en vraagt in 1833 een vergunning om het huis langs de Westmeers nr C6/39 met kadasternr C1570 te mogen verbouwen.

(onder) Een deel van een anonieme tekening (misschien van Bartholomeus Fabronius) gepubliceerd door B.J. Gaillard in zijn "Kronyk der stad Brugge" toont de toestand van het domein tussen spoor en Capucienenreitje rond 1840-1850 toen Josse Samijn bleker was. Het neoromaanse gedeelte van de toren van de Sint-Salvatorkerk werd na de brand van 1839 verder opgebouwd door arch Buyck in 1843-1846. Dat is de toestand van de toren die we hier op de tekening zien.
Later gebruikte Popp onder andere deze tekening voor de sierrand rond zijn bekende kadasterkaart uit 1865.

Uiterst links zien we een stuk van de eerste spoorweg naast de rest van het Capucijnenklooster met kerk en muur. Rechts daarvan naar onder toe zien we een blekerij met de kleine schuur aan de linker oever van het Capucienenreitje. Bemerk ook de blekers die de lakens uitspreiden rond een blekersgracht. Verscholen achter deze blekerij bevindt zich nog een blekerij op de linker oever (zie verder)

Verder rechts aan de overkant van de reie bevindt zich de blekerij van Josse Samijn (Westmeers huidig nr 100). De vleugel dwars op het reitje is wel langer dan we zouden verwachten maareen aantal traveeën van deze vleugel rechts werd later wel afgesplitst. (zie ook kadasterplan 1865 verder). Onderaan rechts bevindt zich nog een blekerij (zie verder).

(onder) De vergelijking tussen de kadasterkaarten uit 1889 en 2020.

Op de kaart uit 1889 zien we dat er nu 9 werkmanshuisjes voorkomen langs de Westmeers links van de poort ( = het gekruist rechthoekje) in het domein van de blekerij. Het zijn de 2 hierboven vermelde in 1932 gebouwde huisjes links van de poort van het blekershuis en 7 nieuwe werkmanshuisjes in het verlengde ervan tot ongeveer het poorthuisje van de bleekweide (huidig huisnr 120, ) ter hoogte van de voorlaatste blekersgracht. De 9 werkmanshuisjes dragen in 1889 alle het kadasternr C1572 met een index. De huidige huisnrs zijn 102 tem 118 (allen pare nrs volgens het rond 1870 ingevoerd huisnummer systeem voor de westkant van de Westmeers). Het Oostenrijks nr. systeem ging uit van een basis C6/42 met onderverdelingen. (C6/42/1 tot en met C6/42/9).

Het verband tussen de 2 nummersystemen is niet eenduidig temeer daar de huisnummers in het huidige systeem sinds 1870 voortdurend veranderen, bijv. voor het huis van de blekerij C6/40 vinden we een keer 94 dan 96 dan 110 en dan weer 108 en tenslotte 100. Het Oostenrijkse nummer- systeem is stabieler. Men geeft een soort index achter de basis bij het verkavelen. Er is al in 1866 een huis geregistreerd op nr . C6/42/°12 op naam van Vander Beeke Pierre in de bevolkinigsregisters . We nemen aan dat de bouw van de 9 huisjes rond 1855 begonnen is (zie ook verder de bouwaanvraag door Van Damme-De Busschere, eigenaar van C6/42 vóór 1855). Dan zou de verkaveling en bouw van de werkhuisjes op het terrein van de blekerij C6/40 gebeurd zijn door Josse Samijn. Dat lijkt plausibel daar Josse Samijn een bouwlustige bleker schijnt te zijn. Dat de kadasterkaarten nog niet in 1865 en pas in 1889 de rij huisjes tonen is geen uitzondering : zie het geval van het Wevershof waarvan de bouw begon rond 1835 en pas in 1854 geregistreerd wordt.

Het huidig beeld hieronder van de werkmanshuisjes met huidige huisnrs102 tot en met nr 118 op het domein van de blekerij C6/40 die hoogstwaarschijnlijk door Josse Samijn gebouwd zijn.

In 1862 start dan Jacobus Bossier (°1827) als bleker (na de vermoedelijke dood van Josse Samijn). In datzelfde jaar trouwt hij met Rosalie De Schrijver (°1834) , strijkster. Haar zussen Nathalie (°1842) en Louise De Schrijver (° 1838), ook strijkster, wonen bij hen in. Jacobus en Rosalie krijgen 2 zonen Aimé (° 1863) en Désiré (°1865) en een dochter Georgine die echter in het zelfde jaar sterft als waarin ze geboren is (°1864). Van Acker Sophie (° 1808) de weduwe van Pieter Deschrijver, de broer, komt ook een handje helpen. De familie verlaat in 1866 de blekerij. De zonen Aimé en Désiré Bossier worden later ook bleker in een andere blekerij.

In 1866 staan de kinderen Sola klaar om de werkzaamheden van de blekerij over te nemen. Zij zijn de kinderen van Charles Sola en Thérèse Naerts en heten:
Joseph (°1818 - +1871), Rosalie (°1811 - +1887)), Marie (°1813 - +1871) en Jan (°1817-+1874). Ze zijn allen geregistreerd als blekers. Jan is in 1847 getrouwd met Bernardine Dhont. In 1871 wordt de familie getroffen door een aantal sterfgevallen. Jan blijft de blekerij uitbaten tot zijn dood in 1874. De plaats van zijn overlijden is in de Westmeers nr 100.

August Vanden Bulcke (°1828- +1913) neemt de blekerij rond 1877 over. Zijn ouders zijn Joseph en Juliana De Gheselle. August trouwt in 1861 met Eusebie Vandevelde (°1837- + 1870), strijkster. August woont dan echter in de Eekhoutstraat (C18/24). Hij staat dan geregistreerd als barbier (baardscheerder)

Zij hebben 5 kinderen :
Arthur (°1863- +1942) wordt later meester bleker. Hij trouwt in 1897 met Virginie Van Renterghem. Ze krijgen een zoon Georges (° 1901-) die ook bleker wordt. Bij het overlijden van Arthur in 1942 wonen Arthur en Virginie met zoon Georges in de blekerij langs de Lange rei nr E42. Arthur was dan al zonder beroep.
Matthias (°1864- ),
Alidor (°1866- ) trouwt in 1899 met Hélène Dollé (°1877)
Marie (°1869-), en Elisabeth ( °1871-)

Eusebie Vandevelde sterft in 1870. August hertrouwt in 1873 met Philomena De Muynck (°1847 - +1910). Zij is strijkster. Ze krijgen een dochter Arsène (°1874 - +1948).

Rond 1877 verhuist de ganse familie Vanden Bulcke naar de Westmeers C6/40 (nr100). Blijkbaar is August veranderd van beroep en is hij bleker geworden (onder invloed van zijn 2de vrouw?). In elk geval is hij als bleker geregistreerd bij het huwelijk van zijn dochter Marie in 1893 (ook strijkster).

August Vanden Bulcke is bekrokken bij de eerste aanleg van de stadsverlichting. Rond 1888-1890 krijgt Brugge een eerste aanleg voor een elektische verlichting door toedoen van de heer Vogels, zij het nog voor een privé aanleg voor de gekende brouwerij de Meulemeester in de Carmerstraat ( De latere Aigle Belgica). Henri Hoens (°1876 -+1952) legt in opdracht van Vogels de eerste openbare stadsverlichting aan naar de Markt. De elektriciteit van de centrale wordt opgewekt door een "locomobiel" (= een stoomgenerator) in een paardestal van de blekerij van Aguste Vanden Bulcke. De nabijheid van het goederenstation aan de overkant van het Capucienenreitje zal daar wellicht niet vreemd aan zijn. De blekerij had trouwens langs het reitje een bergplaats voor brandhout en kolen. (Vogels kwam wel in conflict met de firma Desclée die van de stad het monopolie had gekregen voor de openbare stadsverlichting).

 

Op deze foto van de goederensporen zien we op halve hoogte links het huis van de bleker August Vanden Bulcke (later Van Sevenant) zoals dat in 1890 eruit zag (een van de oudste foto's van dit huis).

In 1904 vraagt August Vanden Bulcke nog een vergunning voor de bouw van een achterkeuken langs de achterkant aan het Capucienenreitje (zie kadastraalplannetje rechts hieronder). De achterkeuken komt tegen de bestaande keuken en tegen het schotelhuis (= de gelijkvloers van de toren aan de westkant van het blekerij huis C6/40) Onder het schotelhuis bevindt zich een gewelfde kelder.

In 1910 bij het overlijden van zijn vrouw Philomène, 63-jaar oud, woont hij nog in de Westmeers nr100. Hij is dan 82 jaar, waarschijnlijk baatte hij toen zelf de blekerij al niet meer uit. Waarschijlijk heeft zijn zoon Arthur de blekerii overgenomen. In ieder geval staat Arthur vemeld als bleker.
In 1912 bij het huwelijk van zijn dochter Arsène met De Bisschop Julien is August zonder beroep. In 1913 overlijdt hij in de Moerstraat D31. Dan komt Edward Van Sevenant op de proppen die de blekerij Westmeers C6/40 (nr 100) in 1910 overneemt.

Voor het verder verloop van de geschiedenis van de familie van Sevenant Edward en de evolutie van het pand nr 100: zie de webpagina "blekerij Van Sevenant Edward, Oostmeers 100", klik hier om direct op de pagina te komen.

Hieronder gaan we verder met de algemene beschrijving van het zuidelijk deel van het terrein tussen Westmeers en Capucienenreitje.

In de kadasterkaart uit 1865 hieronder zien we het deel van het domein ten zuiden van de blekerij C6/40 (vanaf het poorthuis met het huidig nr 120). Langs de westkant van Westmeers zijn er 5 huisjes ( niet behorend tot de blekerij) met daarachter een deel van de bleekweide C1572 met de 3 onderste blekersgrachten ervan. Die 5 huisjes bestonden al van voor 1811 . Ze zijn nu geintegreerd geworden in de rij werkmanshuisjes opgericht door Josse Samijn zoals hierboven aangehaald. Ze dragen de Oostenrijkse nrs C6/42/10 tot en met C6/42/14

 

De correspondentie tussen de Oostenrijkste nummering van voor de nieuwbouw van de werkmanshuisjes en de daarna aangepaste Oostenrijkse nummering en de hedendaagse nummering is niet eenvoudig. Met behulp van een recente kadasterkaart uit 2020 bekomen we de volgende correspondentie.

De 3 huisjes langs de Westmeers bovenaan op het kadasterkaartje uit 1865 links hebben de Oostenrijks nrs C6/41/1, C6/41/2 en C6/41/3 (vóór de nieuwbouw door Josse Samijn van de rij huisjes C6/42 /1 tem C6/42/9) met daar tussen een toen nog onbebouwd perceel. Er worden in de plaats van de drie huisjes 5 werkmanshuisjes gebouwd. Die worden opgenomen in het verlengde van rij huisjes van Josse Samijn en komen overeen met de aangepaste Oostenrijkse nummering C6/42/10 tot en met C6/42/14) en die komen nu overeen met de huidige nummers Westmeers 120 (met ingangspoort), 122,124,126en128. en in 1865 met de kadasternrs C1573 tem C1573/bis en C1573ter

hiernaast een foto uit 2020 van het poorthuis nr 120. Merk wel op dat er in de 19de eeuw nog geen garages zijn gebouwd. Het huis met huidig nr 120 wordt niet vermeld op het kadasterplan 1865. Het is een recentere aanpassing.

 

Meestal worden al deze huisjes volgens de bevolkingsregister bewoond door wevers, kleermakers, metsers, metserdiener, dagloners (journaliers), spinsters, breisters en veelvuldig door kantwerksters.

Maar in de de huisjes C6/41/1-2-3. huisnr 110,112,114 (kadasternr C1573/1-2-3) treffen we ruwweg van voor het jaar 1790 tot 1846 (dus vóór de bouw van de rij werkmanshuisjes van Josse Samijn) een blekersfamilie aan die waarschijnlijk gebruik maakten van de bleekweide en de gracht achter hun huis. Die bleker is Jean Van Ophem die getrouwd is met Marie De Bruycker, ze hebben een dochter Marie Van Ophem. Johannes Lameeuw als blekerknecht zet het bleken verder tot ongeveer 1860.

Hieronder de huidige toestand van de 5 huisjes. De 2 witgeschilderde huizen zijn de nadien verbouwde huizen C6/42 en C6/42/2 (zie verder)

De "Staart van de Westmeers"

We noemen gemakshalve de resterende huizen tussen de rij huisjes en de verbindingsgracht die van het Bgijnhof komt "De staart" van de Westmeers:
Hieronder zien die huizen er nu zo uit: van rechts naar links:
- het witgeschilderde dubbelhuis, huidige nr130 en nr 132,( in 1865 hadden ze nr 116 en nr 118)
- een huis met topgevel , nr 134 (in 1865: nr.120), een huis met lijstgevel en wolfsdak nr 136 (122),
- een kleiner poorthuis met nr 138 nu behorende tot het appartementcomplex met hetzelfde nr 138 met de naam Onze-Lieve-Vrouw Quarter, het voormalig bedrijf van Pieter De Wispelaere, de beeldhouwer.

(onder) Het uitzicht rond 1865 volgens de kadasterkaart van Popp :


We zien dat het perceel 1574 de huisjes C6/42 en C6/42/2 bevat . De huisnrs waren in die tijd nr 116 en nr 118 en waren toen eenvoudige huisjes.(nu zijn de huisjes verbouwd en hebben de huisnrs 130 en 132, allemaal erg verwarrend),
Iets vroeger in 1855 was er maar 1 ietwat groter huis. Van Damme-De Busschere diende in 1855 een aanvraag in voor de verbouwing van het huis C6/42 naar 2 huizen . Zie hieronder : het bovenste plan is de bestaande toestand , het onderste plan is de nieuwe toestand met de 2 huizen.

Die 2 huizen zijn in latere tijden gerenoveerd maar nog goed te herkennen. Is de renovatie er gekomen door de oprichting van de wasserij Coppens? (zie verder)

Het volgend perceel C1575, nr C6/43 is een perceel dat reikt tot aan de Reie en bovendien een linkse uitsprong in het perceel langs de Reie bevat. Er is ook een tweede huis C1576,nr C6/44 dat inhaakt in het huis C6/43. Achter het huis C6/43 bevindt zich nog een gebouw dwars op de reie (een atelier of loods?), beide bestaan al van voor 1811 (wellicht verbouwd). In de tijd van Popp was er een blekerij gevestigd. Het kadasterplan geeft de indruk dat het huis C1576 ( C6/44) een poort en gang heeft die doorloopt tot de uitsprong achteraan tegen de Reie.

Het kadasterplan 1865 vermeldt verder 5 rijhuisjes (C6/1577 tem C6/1581) langs de straatkant naar de hoek toe. De rijhuisjes werden vooral bewoond door families met klassieke arbeidersberoepen vooral dagloners, wevers,...

Het uitzicht rond 1975

Het kadasterplan van voor 1976 hieronder toont de verdere evolutie van de "staart" sinds 1865. Dit plan is een bijlage bij de verkoopsakte toen de stad het blekersdomein en het huis C6/40, huidig nr 100, in 1976 kocht. (zie webpagina de "blekerij Van Sevenant Edward, Oostmeers 100" klik hier om direct op de pagina te komen).

Het perceel C1574 met de witgeschilderde huizen nr130 en 132 zijn verbouwd. Het perceel loopt nu helemaal door tot de Reie. De wasserij-blekerij Coppens heeft zich hier gevestigd en past het huis en perceel aan volgens haar behoeftes . De beschikbaarheid van water en dus de nabijheid van de Capucienenrei is voor een wasseij-blekerij noodzakelijk. Het huis C6/42/2 ( toenmalig nr 118, huidig nr 132) is dan gesloopt (voor een doorgang? ).

Het perceel C1575 (huisnr C6/43 , nu nr 134, en de bleekweide) neemt dan bijna de hele verdere hoek in beslag inclusief het kleinere percelen C1576 (huisnr C6/44, nu nr 136). Het atelier of magazijn is verder uitgebouwd tot aan de Reie. De reden wordt later duidelijk. Aan de straatkant zijn er nog 2 perceeltjs C-1580b en C-1580c. de andere rijhuisjes aan de straatkant zijn gesloopt.

 

Voorafgaand aan de huidige situatie met de residentie is de hoek hier ingenomen door het bedrijf van de De beeldhouwer Pieter De Wispelaere. Langs de straatkant kan het langwerpig gebouw van de garages opgemerkt worden. Het vervangt de panden C1580 e C1581.

Het huidig uitzicht met de residentie

Hieronder een luchtfoto van de huidige situatie rond 2019 van de "staart van de Westmeers" die wat meerduidelijkheid geeft omtrent de funnctionaliteit van de de panden (voor de gevels zie hoger)

Het perceel C1574 bevat nu het huidige herbouwde witgeschilderd dubbel huis met 2 rijen veluxvensters en de garages achteraan langs de Reie in het verlengde van de garages van blekerij Westmeers 100. Op de binnenplaats daartussen zijn enkele aanhorigheden gebouwd. De huizen 130 en 132 (voormalig C6/42 en C6/42/2) zijn samen verbouwd met een verhoogd dak en het linkse huis bevat een doorgangspoort. De gevels worden opvallend witgeschilderd.

het perceel C1575 toont dat het atelier verder uitgebreid is tot tegen de Reie . Het huis nr 136 is vermeld in de inventaris van het onroerend erfgoed (18nb, blz 388) Het huidig uitzicht is het resultaat van een verbouwing in 1866. Het vroeger pand had zoals de rechter buur een puntgevel

De hoek is nu helemaal ingenomen door het recent gebouwd appartementscomplex "residentie De Wispelaere" van de nv Walls. Tot het complex behoren ook , behalve het kleine poort huisje nr 138, het atelier of magazijn van het perceel C1575 en de garages van perceel C1574 en de garages van Westmeers 100 (allen hebben nu het huis nr 138) en de doorgang van nr 120. De hoek heeft een hele geschiedenis doorgemaakt die niet onmiddellijk van de huizengechiedenis is af te lezen.

De geschiedenis van de blekerij Franciscus Ungeschikt

Op het perceel C1575 baat bleker Franciscus Ungeschikt.(°1819 - +1879) een blekerij uit. Franciscus is getrouwd met Sophie Moreeuw (°1840- +1878, kantwerkster). Zij is de dochter van Bernard Moreeuw (°1781) die bleker is in C6/51 aan de overkant van de Capucienenrei aan het Speitje (zie verder). Francisus en Sophie verhuizen in 1866 van C6/51 naar C6/43 (C1575, huidig huisnr 134). Jan Samijn (°1823) verhuist met hen mee in 1866. Franciscus baat de blekerij uit van 1866 tot aan zijn dood in 1879. Jan Samijn zet de blekerij activiteiten verder. Later is de wasserij Coppens zich er gaan vestigen.

De geschiedenis van de metserbaas Roos Emmanuel

Metsersbaas Roos Josephus Emmanuel (°1784 Brugge +1854) die in de periode (1836-1866) ook in het huis C6/43 woont, trouwt met Marie Demey, maar zij sterft in 1839. Emmanuel trouwt dan in 1841 met Isabelle Martin (°1807- +1868) (Martin ook als Martien gespeld), winkelierster uit Zottegem. Bemerk het enorme leeftijdsverschil. Emmanuel sterft in 1854. Isabelle blijft tot haar dood in 1868 wonen in C6/43 . Ze brengt haar neven en nichten, kinderen van haar zus Emerence Martin, over van uit Zottegem naar de C6/43 evenals haar zus Joanna artin . Emerence was getrouwd met Felicianus Brunet. Hun kinderen zijn: Auguste Brunet (°1839, +1881) , steenhouwer, Modeste Brunet (°1844) beeldhouwer, Adèle (kantwerkster), Marie( °1847) en Carharina (°1836, +1925).

Emmanuel Roos dient in 1849 een bouwaanvraag in voor het verbouwen van het huis C6/43 ( de linkse foto (C1575 huidignr 134, naast het geinterventatiseerd huis ne 136). De Heer Piesens diende al in 1833 een bouwaanvraag in op c6/43.

De plannen uit 1849 en 1833 tonen aan dat die huizen nadien verbouwd geworden zijn

Geschiedenis vd familie Brunet en de familie De Wispelaere

Amandus De Wispelaere (°Beernem 1797 +Brugge 1854) komt in 1834 in Brugge in de Westmeers wonen , huisnr C7/60. Het is ook het jaar dat hij met Marie Verriest, (naaister, °Brugge 1811, +Brugge 1857) trouwt. Hij verhuist in 1849 naar C7/62. Hij sterft in 1854, hij wordt dan vermeld als schrijnwerker. Marie Verriest verhuist in 1855 met haar kinderen Marie (°1837-, Pieter (°1839, +1925), Amandus (°1842) en Leonie (°1849) en Louis (°1853) naar C7/72., Ze verblijft daar kort. Ze verhuist weer in 1856 naar B15/54 in de Suvéestraat. Maar het ongeluk achtervolgt haar. Marie sterft in 1857. Ze staat dan geregistreerd als werkvrouw. Pieter De Wispelaere , haar zoon, verhuist in dat jaar 1857 terug naar de Westmeers C7/55 waar hij van "ouvrier sculpteur" naar beeldhouwer evolueert. C7/55 ligt schuin tegenover het huis C6/43, waar Catharina Brunet woont. Hij trouwt in 1865 met Catharina Brunet. zijn overbuurmeisje. Broer Auguste Brunet, steenhouwer, is getuige. In de huwelijksake wordt Pieter officieel beeldhouwer genoemd. In 1865 verhuizen ze , volgens de bevolkingsregister, naar het huis nr 122 (het huidignr 136, oostenrijksnr. C6/44). Leonie De Wispelaere woont bij hen in als kantwerkster en broer Amandus als timmerman. Het is niet duidelijk waar Pieter zijn vak geleerd heeft. Maar het is niet onwaarschijnlijk dat hij al jaren contact had met zijn overburen de boers van Catharina: Auguste (steenhouwer) en Modeste (beeldhouwer).. Auguste Brunet sterft in 1881, Pieter is dan aangever van het overlijden van Auguste en wordt dan beeldhouwer genoemd.

 

de stichtingsdatum van het kunstatelier in 1865 komt overeen met de huwelijksdatum met Catharina Brunet.

Het koppel verlaat het huis C6/44 in 1868 . Dit is de overlijdensatum van Isabel Martin de vrouw van Roos Josephus. Waarschijnlijk nemen Catharina Brunet en Pieter De Wispelaere het huis en het domein over van Auguste Brunet terwijl Auguste gaat wonen in huis ernaast nr 122 (C6/44)wonen.

In 1909 woont Pieter in de Westmeers 144, wat overeenkomt met het huidig nr 138, volgens het briefhoofd van zijn brieven. Pieter heeft de ganse open hoek C1575 verder bebebouwd voor zijn bdrijf.

Zijn zonen van Pieter, Hyppolyte (°1868)en Alphonse (°1879 +1957) werken zich op tot meesterbeeldhouwers. Bij het overlijden van Auguste Brunet in 1881 woonde deze nog in nr 122 (C6/44).

Alphonse trouwt in 1912 met Martens Marguerite en gaat wonen in Huis nr 122 (C
/44, C136), Zoon Frans De Wispelaere wordt kunstschilder.

Maurice , een andere zoon van Pieter, wordt bleker. Hij trouwt in 1910 met Quintijn Maria. Zij verhuizen naar Oostmeers 107 , waar zij de blekerij van Bekemans overnemen (zie de webpagina de blekerij Bekemans Jacques, huis Pierre Van Damme, oostmeers 107" of klik hier om direct op de pagina te komen.

Cathérina Brunet sterft in 1925. Ze woonde toen in het huis Westmeers huidig nr 134 (nr 120) (C6/46) . Pieter De Wispelaere blijft er verder met zijn gezin wonen en breidt rond 1906 zijn domein verder uit over de ganse hoek. 1906 is de datulm die vermeldt staat op de op de geveltop van de gerestaureerde toegansporrt aan de Westmeers (zie verder)

Het is waarschijnlijk dat de uitbreiding van het atelier of magazijn dwars op de Reie op het perceel C575, C6/43 nog gebeurde onder beheer van de steenhouwer Auguste Brunet en de beeldhouwer Modeste Brunet voor 1865. Voor een dergelijke activiteit is veel plaats nodig en natuurlijk ook een uitgebreide opslagplaats voor het te bewerken materiaal. Vergeten we echter niet dat 1865 ook de datum is van het huwelijk van Pieter De Wispelaere met Catharina Brunet en de verhuis naar C6/44 (zie foto hieronder rechts onder), het gerestaureerd huis gehaakt in het huis C6/43 van de familie Brunet. Door toedoen van Pieter is het atelier vanaf 1865 verder uitgebreid. 1865 is dan ook terecht de stichtingsdatum van de kunstateliers "De Wispelaere"

Aan de straatkant werden de rijhuisjes door Pieter De Wispelaere gesloopt en vervangen door een rij garages. Recentelijk worden de garages van het domein van de nv Westmeers (arch. De Love) door bewoners van de "residentie De Wispelaere" gebruikt (zie hoger).

Verder geven we hier enkele beelden uit 2013 bij de verkoop van het domein De Wispelaere en die de aftakeling van de panden van de eens bloeiende beeldhouwersatelier weergeven.

(onder) de saaie rij garages

(onder) Op de achtergrond de hard gerestaureerde mouterij van Cauwe en rechts het huis Westmeers 140.

Verder de panden palend aan het Capucienenreitje

(onder) foto links van de panden van Piter De Wispelaere, het pand van de familie Brunet rond 1867 dat paalt aan de Capucienenrei. links daarvan doemen de garages op van de wasserij Coppens op . Daarboven maar zeer wazig de panden van de voormalige wasserij-blekerij Van Sevenant.

(onder) luchtfoto uit 2013

(onder) rechts de nieuwe resdentie met de 4 puntgevels. Links bemerken we de panden langs de Westmeers met de 2 witte achtergevels van het huis van de familie Brunet van rond 1867 met het pand uiterst links dat paalt aan de Capucienenrei.

 

Het pand met de voormalige toegangspoort tot het domein De Wiselaere werd door de bouwheer nv Walls gespaard . De cartouches links en rechts van het venster boven de poort geven het jaartal weer van het pand : 1906 (het is nog moeilijk leesbaar)

 

Een blekerij aan het eiland.

In de beschrijving van het huizenonderzoek die startte vanaf 1580 (de eerste kadasterregistraties) wordt vermeld dat op het Eilland een huis met een blekerij stond.

Het huis op de foto stamt uit de 18de eeuw. (foto 1945) en herbergt nu "het bistro-restaurant "'t Speitje". Het huis ernaast met de puntgevel "het Keizershof" is 20 eeuws .

Zo ziet het pand eruit in 1973.

 

Hiernaast de kadasterkaart uit 1835 . Helemaal onderaan is er inderdaad een eiland te herkennen. In het zuiden bevindt zich het speitje met de wijngaardmolen en de watermolen. Rechts langs beide kanten van de Oostmeers zien we een gracht. De gracht aan de oostkant loopt door tot aan de verbindingsgracht. De noordkant van het Eiland is de verbindingsgracht zelf.

Er zijn 2 (houten ) bruggen die de Oost- en Westmeers verbinden met het Eiland .Het Eiland zelf is ook de naam van de straat die het Eiland snijdt en verbindt met de westkant van de Begijnenvest en de molen. De Oostmeers verbindt het Eiland met de oostkant van de Begijnenvest.

De bevolkingsregisters die starten in 1790 vermelden na 1790 geen blekers meer op het Eiland zelf. In de kadasterkaart van 1811 worden er slechts 2 panden getekend (met rode rand): een op de hoek met de Oostmeers met kadasternr. C1606, wellicht het voormalige blekershuis en nu het huidige pand "de Stoepa" en een aan de brug van de Eilandstraat over het capucienenreitje (wellicht het voormalig looghuis) heeft het kadasternr C1607, de voormalige bleekweide heeft ook nr C1607.

(onder) De kadasterkaart uit 1865 toont dat het hoekhuis is uitgebreid (nr 1606a en b) met huisnrs nr C6/53, 54,55a. Aan de zuidzijde van de Eilandsstraat zijn er werkmanshuisjes gebouwd waar het laatste toch merkwaardig (nr 11) is en wellicht teruggaat op de voormalige blekerij . In eerste instantie gaat het om 4 huisjes. De kadasternummering is moeilijk leesbaar maar ze zijn alle afgeleid van het basis kadastraal nr C1607 van de open ruimte 1607e, . De huisnummering is afgeleid van het huisnr van de blekerij C6/52/a en dan C6/52/2, /3 , /4 . Het valt op dat vele bewoners molenaars zijn. Niet te verwonderen met de 2 molens in de onmiddellijke nabijheid o.a. molenaar Van Pachtebeke (bevolkingsregister 1809-1830) , De Brauwere Bruno (1790-1812), Barremaeker (1830-1846). Barremaeker vinden we ook terug bij de watermolen aan de hongersnoodmolen (zie klik hier om onmiddellijk op de pagina te komen.)

De kadasterkaart uit 1889 toont de verdichting in de bebouwing in die tijd . De straat wordt nu "rue de l'ilot" genoemd. de eerste 4 huisjes zijn (v.r.n.l. C1607c enC1607d , verder C1607,P,Q,R,S. Het huis C1607 is verbouwd en in 2 gesplitst C1607 R en S (nu 11 en 13) verbouwd

Hieronder 2 foto's van de achterkant zuid van de huisjes in de Eilandstraat. Links de huizen nr 11 en 13 (foto uit 2020)

Het huis op de hoek aan het Capucienenreitje (foto 1945) gaat misschien terug op het voormalig looghuis van de blekerij, maar verbouwd natuurlijk, wellicht vóór de bouw van de 3 andere huisjes uit de kadasterkaart 1854, die een andere afwerking hebben.

Op de foto hieronder uit 1858, genomen vanaf de molenwal van de Wijngaardmolen, ziet u de achterkant van huizenrij van de zuidkant van de Eilandstraat. Links is een pand te zien van de blekerij aan die de overkant van het Capucienenreitje ligt (zie verder). Daarnaast bevindt zich nog de stenen brug waarvan de duiker te zien is. Het eerste huis daarvan is het huis nr 11 met de eigenaardige vierkantige achterbouw gevolgd door de 3 huisjes (hierboven besproken). In de hoek merken we de latere Stoepa nog met 1 bouwlaag. Links is de Sint-Salvator vaag zichtbaar en rechts zien we de spits van de O.L.V. kerk. De spits is nog in de stellingen. De waterpartij rechts onderaan is de uitsprong van het Speitje.(foto Guillaume Michiels)

Hieronder hetzelfde zicht maar 2 jaar later. De torenspits van de O.L.V.kerk is ontdaan van ziin stellingen. Het latere stoepa gebouw is verhoogd en heeft nu een tweede bouwlaag (bouwvergunning 71/1960). De eigenaardige uitbouw van huis nr 11 is zijn vensters en luiken kwijt, behalve 1 klein venstertje. (foto Jaak Rau)

(onder) Deze foto kijkt in de hoek van de later stoepa, Boven de daken prijkt de schoorsteen van de blekerij van de blekerij van Bekemans Aline en Ida. Rechts de westkant van het Sint-Antoniusgasthuis (huidige WZC) en daar onmiddellijk rechts van op de foto het woonhuis van de gezusters Bekemans. Bemerk de kinderen rechts onder aan het water van het Speitje.

Nu een oord van rust?

vergeet het maar als je naar de andere zijde kijkt