Gouden-Handstraat nr 6 site van het voormalig huis van Jan Van Eyck

De vzw Erfgoedforum Brugge diende een beroep in bij de deputatie van West-Vlaanderen voor het behoud van de voorgevel van het koetshuis van het beschermde Gouden-Handstraat nr 6 :

Brugge, 14 januari 2015

Aan de deputatie Provincie West-Vlaanderen

Provinciehuis Boeverbos
Koning Leopold III-laan 41
8200 Sint-Andries Brugge

Betreft: de beslissing van het college van Burgemeester en Schepenen van de stad Brugge dd. 14 juli 2014 over de aanvraag tot stedebouwkundige vergunning door de nv Ides Ramboer, Statiestraat 112, 8810 Lichtervelde betreffende het restaureren en verbouwen van een pand naar vier appartementen en een studentenkamer gelegen Gouden-Handstraat 6, 8000 Brugge, dossier 2014/2145

Geachte heer Gouverneur en Leden van de Deputatie,

Hierbij tekenen wij beroep aan tegen de bovenvermelde beslissing van het college van Burgemeester en Schepenen.

Wij zijn een vzw die zich als doel stelt te waken over, het vrijwaren en het opwaarderen van het erfgoed en het woonklimaat in de Brugse binnenstad en haar onmiddellijke omgeving (zie de kopie van de statuten in bijlage). We vinden dat de bovenvermelde vergunning het erfgoed van het beschermd pand in de Gouden-Handstraat geweld aandoet. Wij tonen dat hierna in detail aan.

Onze vzw heeft een duurzame en effectieve werking wat o.a. blijkt uit onze website www.erfgoedforumbrugge.be .

In bijlage vindt u ook de beslissing van de raad van bestuur om dit beroep in te dienen.

Situatie van het pand: zie luchtfoto hieronder vanuit het oosten. Het betrokken pand is omcirkeld. Rechts is de Gouden-Handstraat met het voorhuis, links de Gouden-Handrei met het achterhuis.Tussenin bevindt zich de tuin en de verbindingsconstructie. Over de reie ziet u de Torenbrug.

Hieronder ziet u het pand vanuit het zuiden vanop de Gouden-Handrei. Het is duidelijk te zien dat het pand Gouden-Handrei nr 4 en 6 vroeger een geheel vormden.


A. Historische achtergrond en architecturale waarde van het gebouw: (uitreksels uit het verslag bouwhistorisch onderzoek door D. Van Eenhooge, 20 juni 2002 Afdeling ROHM West-Vlaanderen en uit de stedenbouwkundige vergunning)

1. Deel van waardevol stadsgezicht. Het pand Gouden-Hand straat 6 is een zeer waardevol ensemble met een voorhuis aan de straatkant en een achterhuis aan de reie. Het maakt deel uit van de bescherming als stadsgezicht van de Gouden Handrei en omgeving (Ministerieel Besluit 17 juni 1992).

2. Beschermd Monument
Het pand werd ook bij Ministerieel Besluit beschermd als monument op 16 april 2004 samen met een aantal andere waardevolle panden telkens met een korte motivatie:

…......

6. Omwille van het algemeen belang gevormd door de historische waarde:

- als monument:

Het pand, gelegen te

Brugge (Brugge), Gouden-Handstraat 6;

bekend ten kadaster:

Brugge, 5e afdeling, sectie E, perceelnummer(s) 536B(DEEL).

De historische waarde, in casu architectuurhistorische waarde, wordt als volgt omschreven:

Als zijnde een pand bestaande uit een voor- en een achterhuis waarvan het uitzicht het

resultaat is van een aantal wijzigingen in de loop van de eeuwen af te lezen van de gaaf

bewaarde elementen in het interieur. Vooral vermeldenswaardig is de kelder afgedekt met

balklagen en de salons en de traphal met een 19de-eeuwse aankleding. Vrij uniek en

uitzonderlijk is het smeedijzeren hekwerk met bloemen voor de keldervensters.”

3. Het pand staat ook vermeld en beschreven in de inventaris van het bouwkundig erfgoed 18nb Noord, waarvan we alleen de elementen i.v.m. het voorhuis vermelden:

In 1855 wordt de afsluitingsmuur van het achterhuis vervangen door een koetshuis naar ontwerp van architect I. Alleweireldt (Brugge): vier traveeën onder schilddak, rechts twee rondboogingangen (dat is inclusief de identieke en nu verdwenen koetspoort van het pand ernaast Torenbrug 2. Dat pand werd in 1855 afgesplitst en vormt nu Gouden-Handstraat 4) en links een poortje dat toegang verleent tot een voormalig en overwelfd waterstraatje. 1903: beperkte verbouwing: van de voorgevel van het voorhuis bleven de 2 traveeën en de oorspronkelijke inrijpoort behouden met toevoeging van een gekanteelde muur doch zonder middentrapjes.
Huidige toestand: bakstenen lijstgevel met rechthoekige vensters in doorlopende segmentboognissen. Rechts poortrisaliet onder een gekanteelde bekroning met getrapte middentop en gevelsteen met ruiterfiguur; rondboogpoort met stervormige, ijzeren roedeverdeling in de waaier van het bovenlicht; bolvormige schampstenen. “

4. Architect Alleweireldt is een zeer bekende 19de eeuwse architect van meerdere panden in Brugge o.a.:
de ziekenzalen op de site Oud Sint-Jan, het hotel “de Golden Tree” in de Hoefijzerlaan, de Boomgaardstraat 13 en 15. Alleweireldt is een architect, die tegen de trend van de neo-gotiek, neoklassiek bouwde: ook deze architectuur uit de 19de eeuw, die deel uit maakt van de rijke architecturale diversiteit, verdient onze eerbied.

5. Band met een nog oudere geschiedenis.

Volgens recent onderzoek blijkt dat de site van het pand Gouden-Handstraat zeker toebehoort heeft aan Jan Van Eyck en zijn nakomelingen. Hij heeft er in 1431 tot 1444 zijn verblijf en werkplaats gehad.

Op de kaart van Marcus Gerards uit 1562 zou de oudste vleugel van het pand voorkomen. In ieder geval zijn er in de reievleugel 17de eeuwse elementen aanwezig zijn.


6. De monumentale inrijpoort met koetshuis is zeer typisch voor de 19de eeuwse herenhuizen.

De koets werd door de poort binnen gereden en de inzittenden konden in het droge uitstappen en meestal onmiddellijk in een naast- of achterliggende impressionante aankomsthal binnentreden. Een dergelijke architecturale opstelling is kenschetsend voor de levenswijze van de hogere burgerij van die tijd.(zie bijv. foto hierboven uit het aanpalende Oosthof)

 

In de Gouden-Handrei zijn er verscheidene huizen dienog een dergelijke of analoge majestueuze poort hebben en samen een zeer specifiek straatbeeld vormen, dat stadslandschappelijk belangrijk is.

 

 

 
 
 
   

De geplande banale (sectionale) brede garagepoort zal het straatbeeld van dit deel van de Gouden-Handstraat grondig verstoren. Zie een voorbeeld van een dergelijke poort hiernaast, verder in de straat, dat echter deel uitmaakt van een net appartementsgebouw maar zonder erfgoedwaarde. Men mag niet denken dat een dergelijke poort ingekapseld zou worden in de gevel van nr 6 in plaats van de huidige statige poort.

7. De vergunning is tegen de geest van de Stedelijke Verordeningen en van de adviezen.

We hebben aangetoond dat de gevel van het beschermd voorhuis historisch, architecturaal en sociaalhistorisch waardevol is en dat het deel uitmaakt van een typisch straatbeeld met statige herenhuizen met dito poorten.

Het is daarom onverantwoord om de historische poort te slopen om te vervangen door een banale poort zonder erfgoedwaarde. Dit is tegen de geest van artikel 9, §2 van de Stedenbouwkundige Verordeningen van de stad en van de Ministeriële Besluiten inzake bescherming van monumenten en van stadsgezichten en tegen de adviezen van de diensten van Monumentenzorg en de de Raadgevende Commissie voor Stedenschoon. Dat die laatste diensten alsook het agentschap Onroerend Erfgoed uiteindelijk dan toch ook variante 1 van een banale garagepoort meenemen in hun gevarieerd advies, maar niet van harte, heeft te maken met wat ook in andere dossiers voorkomt: een slijtage slag en een verholen druk om de rest van het pand niet te renoveren als op dit punt niet wordt toegegeven .

Een variante 1 of 2 voor de poort voorstellen is een doorzichtige tactiek om de aandacht op een beperkte keuze te fixeren en af te leiden van de vele andere mogelijkheden.

8. De variante met behoud van de poort en inrichting als inkom, voorgesteld door de dienst Monumenten, is zeer waardevol en we staan erachter:

Het ganse pand kan er maar aan waarde bij winnen door de historische poort te behouden en als statige inkom in te richten voor de 3 achterliggende appartementen en om het naastliggende appartement op te waarderen. Dat het plan voor een studentenkamer daarbij vervalt mag geen probleem zijn gezien de opwaardering voor de andere wooneenheden. Hierna tonen we aan dat het niet inrichten van een garage achter de inrijpoort geen onoverkomelijk problemen schept maar integendeel een aantal problemen oplost.

 

B. Mobiliteit
1. De garage voldoet niet aan de stedelijke verordeningen, is gevaarlijk en niet comfortabel
De 2 beweegbare hellende vlakken van het voorgestelde systeem hebben een helling van 14% beginnend 1m achter de rooilijn, wat helemaal niet volgens de normen is van art.18 (maximaal 4%).

Het is gevaarlijk om bij een dergelijke helling naar buiten te rijden, gezien er geen voetgangersstoep is en de auto's, gezien de geringe totale breedte van de straat daar (iets meer dan 5m), rakelings naast de gevel rijden. Bij het naar buiten rijden is er ook geen uitzicht is op de straat.

Op elke helling staan er twee wagens, wat geen comfortabele toestand is voor het in- en uitstappen en wat ook een bekwame behendigheid vergt om in en uit te rijden ( omwille ook van het onvoldoende uitzicht) en dit niettegenstaande de geplande verbreding van de garagepoort.

Gezien de geringe breedte van de straat en de gering ruimte op het hellend vlak kan de chauffeur moeilijk in èèn draai binnen of buiten rijden, zeker voor wagens van enige omvang. Het zal zeker enige tijd vergen. Ook voor het openen van de poort zal de wagen enige tijd staan te ronken op straat. De weggebruikers zullen dat niet appreciëren. Het is nu al noodzakelijk om aan de overkant van de straat parkeren te verbieden over een lengte van 2 à 3 wagens, wat nog zal vermeerderen met de geplande bredere poort (zie foto hieronder).

We merken hier ook zijdelings op dat de wagens en de gele strepen zeker geen meter vrije ruimte overlaten voor de voetgangers en rolwagens.

Uit ervaring met analoge systemen weten we dat een dergelijk poort- en parkeersysteem nogal lawaai maakt, dat zullen de bewoners van het naastliggend appartement en van de studentenkamer erboven ook niet appreciëren.


2. De parkeerdruk.

De stad rechtvaardigt haar keuze voor een banale poort door te wijzen naar de parkeerdruk in de onmiddellijke omgeving. Volgens het mobiteitsrapport van 2011 komt naar voor dat in de tellingen van 2009 (moment opnames oktober en augustus tussen 10u en 16u) de wijk Sint-Gillis een parkeerdruk had die ligt tussen de 65% en 89% op een totale parkeercapaciteit op de openbare weg van 895 parkeerplaatsen (minder dan de helft van de bezetting is te wijten aan de wagens van de bewoners). Met een dergelijke bezettingsgraad scoort de wijk inderdaad meer dan gemiddeld. Sinds 2008 en nadien zijn er volgens het mobiliteitsplan maatregelen genomen om de parkeerdruk te verminderen en is de parkeercapaciteit ook vergroot, waardoor de parkeerdruk verminderde.


– Er zijn ook 2 projecten op komst in de onmiddellijke omgeving met ondergrondse parking (het Augustijnenenhof en het Oud Kadaster) die een aantal parkeerplaatsen in overtal hebben. Bovendien de parkings op het Memlingplein , Oosterlingenplein en Sint-Gilliskerk zijn vlakbij.

– Volgens hetzelfde rapport zijn het aantal inschrijvingen voor nieuwe wagens in de binnenstad trendmatig aan het verminderen.

– Een van de beleidslijnen, volgens de laatste hoorzittingen van het nieuwe mobiliteitsplan in december 2014, is de binnenstad verder autoluw te maken. Niet-inwoners parkeren zal ook beperkt worden.

Als de huidige poort behouden blijft en er geen wagens parkeren achter de poort dan hoeft men geen parkeerplaatsen te verbieden aan de overkant van de straat en komen er minstens 4 parkeerplaatsen vrij die anders nodig zouden zijn om te manoeuvreren bij het verbreden van de poort. Daar alleen al is er een compensatie voor het niet parkeren achter de poort en wordt het dus een nuloperatie voor de parkeerdruk.
Het opofferen van erfgoed is dus niet verantwoord voor de zeer marginale impact van 4 wagens op de totale parkeerdruk.

Het is goed dat bij nieuwbouw of bij renovatie van banale gebouwen parking voorzien wordt om de wagens van de straat te halen maar

het is geen goed beleid als erfgoed en het straatbeeld moet wijken voor koning auto.

Het punt is vooral dat de parkeerdruk een tijdelijk en geen blijvend fenomeen is, terwijl erfgoed verminken of slopen voor altijd is, voorgoed.

Tenslotte hebben we vragen bij de veiligheid want met het parkeersysteem achter de geplande poort kan er geen enkele brandweerwagen of ambulancewagen meer door naar de achter gelegen appartementen.

Om alle bovenvermelde redenen vragen we aan de Deputatie de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen ongedaan te maken zodat de huidige poort behouden blijft hetgeen het renovatie project ten goede komt.

Hoogachtend,

Namens de vzw Erfgoedforum Brugge